DE VRIJE MARKT OF NIET?
In voorgaande blogs heb ik het vaak gehad over ondernemerschap, kapitalisme en vrije markt. Het kan overkomen dat die combinatie een oplossingsrichting is voor de economie. In deze blog geef ik er wat “zelfkritiek” op. Vragen die in me opkomen zijn: Zijn we wel rationele besluitnemers? Kunnen we productiefactoren slim inzetten? Bestaat er een vrije markt?
Vanuit de economische wetenschap bekeken, gaat het in de vrije markt om het “slim inzetten” van productiefactoren door de ondernemer om o.a. een comparatief voordeel (David Ricardo) of ander type voordeel te creëren op een gebied. Marktwerking is van belang. In de (klassieke) economische wetenschap groeien we op met de notie dat de vrije markt:
- Efficiënt is (omdat mensen en ondernemingen, mits die daartoe ongestoord de kans krijgen, productiefactoren “slim zullen inzetten”); en
- Rechtvaardig is (hoe harder en beter je werkt, hoe meer je wordt beloond).
Maar we leven niet op planeet “klassieke economie”. Het is naïef om te denken dat alleen vrije marktwerking een land een comparatief voordeel zal geven. We leven in een open systeem met vele interacties. Gericht overheidsstimulering speelt m.i. ook een rol. De markt is eerlijk gezegd, niet vrij. De “laissez faire”-aanhangers, zien dat anders, maar dat is weer een andere blog. Naar mijn mening bestaat de vrije markt niet. De enige discussie m.i. is: hoeveel vrijheid is er in de markt? Alle markten zijn in principe gecreëerd, hebben regels, regulering en condities.
Een markt wordt door de politiek gedefinieerd. Een markt heeft vele regels, die met verloop van tijd zo goed als onzichtbaar worden (je staat er niet meer bij stil). De aandelenbeurs kent regels, het loonniveau wordt deels door de markt bepaald, maar ook mede door de overheid (minimumloon en secundaire arbeidsvoorwaarden). “Smart-zoning” is mede des overheid; je kan inzet van productiefactor Land niet zomaar zelf bepalen, je moet vergunningen aanvragen. De centrale banken bepalen interest-niveaus; het interest niveau wordt niet alleen bepaald door vraag en aanbod naar geld. En zo zijn er meerdere regels.
Ik zou hierbij ook willen verwijzen naar de econoom Ha-Joon Chang (ontwikkelingseconoom) en zijn boek: “23 Things they don’t tell you about Capitalism” (2011. Eén van zijn observaties is dat Kapitalisme niet zalig makend is en dat marktbescherming en marktstimulering (beiden overheidsbeleid) positief kunnen, en in vele gevallen, hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van industrieën. Deze industrieën die in het begin inefficiënt waren, maar met de tijd (met gerichte overheidssteun) comparatieve voordelen ontwikkelden boven anderen.
DE VRIJE MARKT
Vrije markten (Free Markets) staan centraal in het functioneren van moderne kapitalistische economieën. Ze verwijzen naar een economisch systeem waarin individuen en bedrijven vrij zijn om goederen en diensten te kopen en verkopen tegen prijzen die worden bepaald door vraag en aanbod, zonder tussenkomst of regulering van de overheid.
Het belang van vrije markten ligt in hun (theoretisch) vermogen om middelen op de meest efficiënte en effectieve manier toe te wijzen. In zekere zin is “dit slim inzetten” van middelen ook in de praktijk beter bereikbaar in een vrije markt, mede vanwege het bestaan van concurrentie. In een vrije markt dienen prijzen als signalen die de beslissingen van kopers en verkopers beïnvloeden en sturen. Wanneer de vraag naar een goed of dienst toeneemt, zal de prijs van dat goed of die dienst stijgen, wat producenten stimuleert om meer te produceren. Aan de andere kant, wanneer de vraag afneemt, neigt de prijs te dalen, wat de productie ontmoedigt. Deze dynamiek helpt ervoor te zorgen dat de goederen en diensten waar de meeste vraag naar is, worden geproduceerd (gerichte allocatie van productiefactoren) en beschikbaar worden gesteld aan de consument. Daarentegen, worden goederen en diensten waar minder vraag naar is, in kleinere hoeveelheden of helemaal niet geproduceerd.
Een ander voordeel van vrije markten is dat ze innovatie en economische groei bevorderen. In een vrije markt zijn bedrijven vrij om te experimenteren en nieuwe en innovatieve producten, diensten en bedrijfsmodellen na te streven (zie blogs over ondernemerschap). Deze concurrentie kan leiden tot de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde producten, evenals tot efficiëntere en effectievere manieren om goederen en diensten te produceren en te leveren.
Vrije markten bevorderen ook de “consumenten-macht”, wat betekent dat consumenten de macht hebben om de markt te besturen door te kiezen wat ze willen kopen en hoeveel ze bereid zijn ervoor te betalen. Deze keuze van de consument is belangrijk omdat het bedrijven in staat stelt te reageren op de vraag van de consument. Dit op zijn beurt helpt ervoor te zorgen dat de goederen en diensten die worden geproduceerd de goederen zijn die mensen willen en waarvoor ze bereid zijn te betalen.
Vrije markten zijn echter niet perfect en kunnen leiden tot marktfalen, zoals monopolie-macht en ongelijke verdeling van rijkdom. In deze gevallen kan overheidsingrijpen nodig zijn om marktfalen te corrigeren en ervoor te zorgen dat de voordelen van de markt breed worden gedeeld.
HOMO ECONOMICUS
De economische wetenschap maakt vaak gebruik van concepten en theoretische bouwelementen. Eén daarvan is het concept van de “Homo Economicus”. De term “Homo Economicus” is een concept in de economie dat verwijst naar het idee van een individu dat rationeel is, eigenbelang heeft en uitsluitend wordt gemotiveerd door het nastreven van zijn eigenbelang. Dit concept wordt vaak gebruikt in de economie om menselijk gedrag te modelleren, vooral op het gebied van micro-economie. Hierbij worden individuen verondersteld rationele beslissingen te nemen op basis van een duidelijke afweging tussen kosten en baten. Denk hierbij ook aan het “slim inzetten van productiefactoren”. Denk eraan, de economische wetenschap is een sociale wetenschap en een gedragswetenschap.
Volgens het homo economicus-model worden individuen gezien als rationele rekenmachines die altijd proberen hun eigen welzijn te maximaliseren, meestal door het verwerven van rijkdom of materiële goederen. Ze worden verondersteld volledige informatie te hebben over hun keuzes, beslissingen te nemen op basis van objectieve analyse en consistent en voorspelbaar te handelen. En dat is dan ook meteen de zwakte van het concept, want de “Homo Economicus” is niet perfect.
Het concept van homo economicus is bekritiseerd door veel geleerden en economen, die beweren dat dit het menselijk gedrag te simpel maakt en de complexiteit en veranderlijkheid van menselijke besluitvorming niet weergeeft. Critici beweren dat mensen niet altijd rationeel of eigenbelang hebben en dat ze worden beïnvloed door een breed scala aan factoren, zoals emoties, sociale normen en culturele waarden, die niet kunnen worden herleid tot eenvoudige berekeningen van kosten en baten.
Ondanks zijn beperkingen blijft het concept van homo economicus een belangrijk theoretisch concept in de economie, aangezien het een bruikbaar uitgangspunt biedt voor het analyseren van het gedrag van individuen en markten. Mensen streven ten slotte vaker, wel dan niet, hun eigen belang na. Het is echter belangrijk om te erkennen dat dit model slechts één van de vele modellen is die worden gebruikt om menselijk gedrag te begrijpen en dat het met de nodige voorzichtigheid moet worden toegepast. Dit vooral bij het doen van voorspellingen over reële economische fenomenen.
BOUNDED RATIONALITY – HERBERT SIMON
Een ander concept is die van de “Bounded Rationality”, van Econoom Herbert Simon. Herbert A. Simon was een Amerikaanse econoom en politicoloog (1916 – 2001). Hij was een pionier op het gebied van economie, psychologie en kunstmatige intelligentie.
Simon’s onderzoek richtte zich op het gebied van besluitvorming en hij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan ons begrip van hoe mensen en organisaties keuzes maken. Hij voerde aan dat besluitvormers, of ze nu individuen of organisaties zijn, beperkt worden door hun vermogen om informatie te verwerken en keuzes te maken op basis van die informatie. Dit idee, bekend als “Bounded Rationality”, had een grote impact op het gebied van economie en wordt nog steeds veel besproken.
Eén van Simons meest invloedrijke bijdragen aan de economie was zijn werk aan de theorie van “Administrative Behaviour”. In dit werk voerde Simon aan dat organisaties niet altijd in staat zijn om de beste beslissingen te nemen, omdat ze worden geconfronteerd met een aantal beperkingen, zoals beperkte middelen, tegenstrijdige doelen en onvolledige informatie. Hij suggereerde dat organisaties kunnen worden gezien als complexe besluitvormingssystemen en dat ze kunnen worden geanalyseerd en begrepen met behulp van de instrumenten van de economie en andere sociale wetenschappen.
Naast zijn academische bijdragen, was Simon ook een gepassioneerd pleitbezorger voor het gebruik van economie en andere sociale wetenschappen om echte problemen aan te pakken. Ik hoor ook zelf tot deze overtuigingsgroep (vandaar mijn motto: “economie raakt alles”). Hij geloofde dat economie kon worden gebruikt om een meer rechtvaardige samenleving te creëren en hij werkte zijn hele carrière om dit idee te promoten.
RELEVANTIE VOOR ONS?
De vrije markt is dus niet perfect, omdat wij als participanten ook niet perfect zijn. Onze beperkingen spelen door in de vrije markt, met als resultaat dat we niet altijd “slim productiefactoren inzetten”. De invisible hand heeft een helping hand nodig. Die helpende hand, die overigens ook capabel moet zijn, is die van de overheid, die economisch, fiscaal, budgettair en monetair beleid (laatste is de centrale bank) toepast. Dat “helpen” zou ook moeten, want de overheid is er voor het gehele volk, niet voor een groepje.
Laat het niet alleen over aan de private sector, maar wees ook actief als publieke sector. Welk marktstimuleringsbeleid hebben wij op Curacao? Keuzes van gisteren en vandaag, hebben consequenties morgen. “We reap what we sow”. Bemoei je actief met economisch beleid, maak bewuste keuzes, want je draagt gewild of ongewild de lusten en de lasten daarvan.
Ik herhaal: Het zou wie dan ook die op die beleidsstoel zit, sieren om kundig om te gaan met economisch leidinggeven, het heeft namelijk consequenties”. Economie raakt alles.
Dieudonne (Neetje) van der Veen is financieel en management bedrijfsadviseur. Zijn werk en ervaring liggen vooral op het gebied van financieel management en structurering van bedrijven in nood en Governance on Planning & Control-cycli.
De heer van der Veen heeft een masterdiploma bedrijfseconomie (Erasmus Universiteit Rotterdam), is Registeraccountant (Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants), CFE (Certified Fraud Examiner) en CICA (Certified Internal Control Auditor).