E-16 KAPITALISME, SOCIALISME EN DEMOCRATIE

Ik heb het vaak in mijn economische blogs over het Kapitalisme. Ik heb dit begrip echter nog niet goed gedefinieerd en afgezet tegen zijn tegenhanger het Socialisme. Dat trek ik vandaag recht. Beiden zijn economische systemen. In deze blog zal ik beide systemen kort beschrijven en als bonus gooi ik er ook nog Democratie erboven op. Omdat ik Econoom ben, zoek ik ondersteuning bij de schrijver Joseph Schumpeter (1883 – 1950). Schumpeter was een Oostenrijkse econoom met o.a. aandacht voor de rol van ondernemers en innovatie.

Het boek “Capitalism, Socialism and Democracy” van Joseph Schumpeter is een klassieker op het gebied van economie. In dit boek presenteerde Schumpeter een genuanceerde kijk op het kapitalisme en zijn relatie met democratie en socialisme.

Het boek zelf is o.a. een analyse van de theorieën van Karl Marx, een andere econoom waarop ik ook in een latere blog zal terugkomen. Waarom?  Omdat ik geloof dat we langzamerhand richting “Marx visie” opschuiven, in de zin dat de “zwarte kant” van het kapitalisme (uitbuiting van factor arbeid, vervreemding van de maatschappij, klassenstrijd, materialisme), “ons” ertoe zullen bewegen om (voorzichtig gezegd) het kapitalisme meer te socialiseren. Ik ziet dit al om ons heen gebeuren. Zie ook mijn blogs: “Why do people create systems and structures”, gevolgd door de blog “Why do people tear down systems and structures” voor meer context.

Laten we eerst stil staan bij de algemene definities van kapitalisme, socialisme en democratie. De eerste 2 zijn economische systemen en de derde is een regeersysteem.

KAPITALISME EN SOCIALISME

Kapitalisme is een economisch systeem waarin de productiemiddelen, zoals land, arbeid en kapitaalgoederen, in privébezit zijn en voor winst (door de ondernemer) worden geëxploiteerd in een concurrerende markt. In een kapitalistisch systeem ondernemen individuen en bedrijven economische activiteiten met als hoofddoel het maximaliseren van hun eigen winst. Dit kan (zal) leiden tot economische groei, innovatie en een hogere levensstandaard, maar ook tot inkomensongelijkheid en andere sociale- en milieukwesties. De overheid speelt doorgaans een minimale rol (is een kwestie van mate) in de economie volgens Schumpeter, waarbij marktkrachten prijzen, lonen en toewijzing van middelen bepalen.

Socialisme is een economisch systeem waarin de productiemiddelen, zoals land, arbeid en kapitaalgoederen, eigendom zijn van en gecontroleerd worden door de gemeenschap, in plaats van door particulieren of bedrijven. In een socialistisch systeem is het primaire doel het bereiken van sociale en economische gelijkheid en het voldoen aan de basisbehoeften van alle leden van de samenleving. De Overheid speelt een grotere rol in de economie, met middelen die worden toegewezen op basis van de behoeften van de mensen in plaats van het winstoogmerk van particulieren of bedrijven. Dit kan leiden tot meer sociale welvaart, maar kan ook leiden tot verminderde economische efficiëntie en innovatie. Er zijn veel verschillende vormen van socialisme, variërend van democratisch socialisme tot autoritair socialisme.

ALLOCATIE VAN MIDDELEN

Zowel het kapitalisme als het socialisme hebben te maken met de allocatie van middelen. In het kapitalisme worden middelen toegewezen op basis van winstoogmerk en marktkrachten, waarbij individuen en bedrijven concurreren om middelen op de meest efficiënte en winstgevende manier te gebruiken. Het prijsmechanisme, zoals bepaald door vraag en aanbod, speelt een belangrijke rol bij de allocatie van middelen.

In het socialisme daarentegen worden middelen toegewezen op basis van sociale behoeften en doelen, in plaats van winstoogmerk. De Overheid of gemeenschap kan de toewijzing van middelen plannen en controleren, met als doel te voorzien in de basisbehoeften van alle leden van de samenleving en het maatschappelijk welzijn te bevorderen.

In beide systemen heeft de toewijzing van middelen een aanzienlijke invloed op het algehele functioneren van de economie en de verdeling van rijkdom en inkomen in de samenleving.

En wellicht ten overvloede: “Het systeem is evengoed als de mensen die erin functioneren” (systems and structures are as good as the people using them). Met andere worden, je kunt een “slecht werkende kapitalistisch systeem” hebben welke niet voor welvaart zorgt, maar ook een “goed werkend socialistisch systeem” die voor veel welvaart zorgt. Het gaat er snel om “welke type mensen” het gebruiken”. We raken dan thema’s zoals Governance, Ethiek, Educatie, etc.

DEMOCRATIE

Democratie is een regeringsvorm waarin de macht in handen is van het volk, hetzij rechtstreeks, hetzij via gekozen vertegenwoordigers. In een democratisch systeem hebben individuen het recht om deel te nemen aan het besluitvormingsproces en hun leiders ter verantwoording te roepen door middel van o.a.:

  1. Vrije en eerlijke verkiezingen,
  2. Onafhankelijke rechterlijke macht en
  3. Vrijheid van meningsuiting.

De beginselen van democratie omvatten politieke gelijkheid, meerderheidsregering met respect voor de rechten van minderheden en de bescherming van individuele vrijheden en mensenrechten. Democratieën kunnen verschillende vormen aannemen, zoals parlementair, presidentieel of semi-presidentieel en kunnen op verschillende niveaus worden uitgeoefend, zoals lokaal, regionaal of nationaal. Daar ga ik verder in deze blog niet op in.

POLITIEK EN ALLOCATIE

De Democratie is een regeringsvorm die verenigbaar kan zijn met verschillende economische systemen, waaronder kapitalisme en socialisme. In een democratisch systeem wordt de toewijzing van middelen doorgaans geleid door de beginselen van politieke gelijkheid, meerderheidsregering met respect voor de rechten van minderheden en de bescherming van individuele vrijheden en mensenrechten.

In een democratisch systeem met een kapitalistische economie wordt de toewijzing van middelen in de eerste plaats bepaald door de marktkrachten van vraag en aanbod, waarbij individuen en bedrijven met elkaar wedijveren om middelen op de meest efficiënte en winstgevende manier te gebruiken. De staat kan echter een rol spelen bij het reguleren van de markt en ervoor zorgen dat deze eerlijk en transparant werkt, en bij het leveren van publieke goederen en diensten die nodig zijn voor een goed functionerende samenleving.

In een democratisch systeem met een socialistische economie wordt de toewijzing van middelen geleid door sociale behoeften en doelen, in plaats van door winstoogmerk. De staat of gemeenschap kan de toewijzing van middelen plannen en controleren, met als doel te voorzien in de basisbehoeften van alle leden van de samenleving en het maatschappelijk welzijn te bevorderen. In een democratisch socialistisch systeem blijven de beginselen van politieke gelijkheid en de bescherming van individuele vrijheden en mensenrechten echter belangrijk, en legt de staat verantwoording af aan het volk door middel van vrije en eerlijke verkiezingen en andere democratische instellingen.

Nu even 2 “opposing views”.

KAPITALISME VOLGENS JOSEPH SCHUMPETER

Het belangrijkste argument van Schumpeter in zijn boek is, dat kapitalisme wordt gedreven door ondernemerschap en innovatie. Hij geloofde dat ondernemers een sleutelrol spelen bij het introduceren van nieuwe producten, diensten en technologieën, wat leidt tot economische groei en ontwikkeling. Hij voerde ook aan dat het kapitalisme wordt gekenmerkt door een proces van creative destruction, waarin nieuwe industrieën en technologieën oude vervangen, wat leidt tot een constant proces van verandering en vernieuwing.

Schumpeter had ook een uitgesproken mening over democratie en kapitalisme. Hij geloofde dat kapitalisme goed verenigbaar is met democratie, maar dat het een uitdaging vormt voor democratische instellingen. Hij voerde aan dat kapitalisme leidt tot een concentratie van rijkdom en macht in de handen van een kleine elite, wat het democratische proces kan ondermijnen. Hij geloofde ook dat het voortdurende proces van verandering en innovatie in het kapitalisme kan leiden tot sociale en politieke instabiliteit, die de stabiliteit van democratische instellingen kan bedreigen.

Schumpeter besprak ook de kwestie van socialisme en kapitalisme. Hij geloofde dat het socialisme een ontoereikend economisch systeem is omdat het innovatie en ondernemerschap in de weg staat. Hij voerde aan dat socialisme leidt tot een gebrek aan prikkels voor innovatie en vooruitgang, en dat het kan leiden tot economische stagnatie. Hij geloofde echter ook dat het socialisme in sommige omstandigheden een levensvatbaar alternatief kan zijn voor het kapitalisme, zoals in gevallen van extreme economische ongelijkheid of sociale onrechtvaardigheid.

KAPITALISME VOLGENS KARL MARX

Ik heb ook Karl Marx genoemd in deze blog. Ik ben geen “Marxist”, maar ik denk wel dat Marx goede punten maakt in zijn boeken. De visie van Karl Marx op het kapitalisme kan als volgt worden samengevat: Hij geloofde dat kapitalisme uitbuitend is, waarbij de elite het volk uitbuit door meerwaarde uit hun arbeid te halen. Werknemers ervaren “disconnect” van hun arbeid en hebben geen controle over de producten die ze maken. Marx voorspelde dat de klassenstrijd tussen de elite en het volk zou intensiveren, wat zou leiden tot de verwerping van het kapitalisme.

Hij ontwikkelde de theorie van het historisch materialisme en suggereerde dat kapitalisme een fase is in maatschappelijke ontwikkeling. Marx zag het communisme als het uiteindelijke doel, waar de productiemiddelen collectief eigendom zouden zijn, waardoor uitbuiting, vervreemding en klassenstrijd zouden worden geëlimineerd.

RELEVANTIE VOOR ONS

Dat het kapitalisme een elite heeft gecreëerd staat vast. Dat er sprake is van “disconnect” tussen werknemers met hun werk wordt ook zichtbaarder (bijvoorbeeld “quiet quitting”, gebrek aan “ownership”). Het populisme heeft ook steeds meer de als voedingsbodem het “wij versus hen” (tegen de elite), wat uiteindelijk neer komt op klassenstrijd. Het materialisme tast ook in vele gevallen ons empathisch vermogen naar elkander toe. Allemaal signalen die Marx heeft gegeven. Of dat uiteindelijke betekent dat we afstevenen naar het communisme, betwijfel ik. Ik denk eerdere een reset, welke de democratie en kapitalisme als basis behoud, of zoals boven beschreven het socialiseren van het kapitalisme. “Time will tell”.

Beseffen we wel wat de “pros and cons” zijn van bovengenoemde systemen?  Het lijkt me goed om daarbij stil te staan. Systems and structures are as good as people using them. In welk systeem en structuur wil je zijn, leven en waarom? Heb je daar bewust voor gekozen? Bemoei je er mee, want het heeft consequenties voor jou.

Dieudonne (Neetje) van der Veen is financieel en management bedrijfsadviseur. Zijn werk en ervaring liggen vooral op het gebied van financieel management en structurering van bedrijven in nood en Governance on Planning & Control-cycli.

De heer van der Veen heeft een masterdiploma bedrijfseconomie (Erasmus Universiteit Rotterdam), is Registeraccountant (Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants), CFE (Certified Fraud Examiner) en CICA (Certified Internal Control Auditor).

Leave a comment