Powerful tools should be used to better ourselves. After playing around with ChatGPT for more than 2 months, I found that even though it still is not 100% accurate or complete, it is good enough to use seriously. It still is a good idea to double-check and compare it’s answers against literature, news, knowledge bases, etc. But it is good enough for me to chat with it. Starting today I am starting the blog (“CHATTING WITH OPENAI’s CHATGPT”). My chatting of course, will be “in-line” with the topics I regularly blog about. In the end my background is “Economics” and I would like to know what ChatGPT “thinks”.
The answers are fully credited to the AI (edits are only in format). Let’s do this and see what we can learn.
Lets start with what an economic plan for Curacao should look like. My question to the AI is: What are the policy elements for a good economic plan for the small Island of Curacao?
Designing an economic plan for a small island country like Curacao requires a comprehensive approach that takes into consideration the unique characteristics of its economy and its geographical, social, and environmental conditions. Here are some policy elements that could be part of a good economic plan for Curacao:
Diversification of the economy: Curacao is heavily dependent on its oil refinery and tourism sectors. Diversifying the economy by promoting other sectors such as technology, logistics, and financial services can provide more stable and sustainable growth.
Investment in infrastructure: Curacao needs significant investments in its infrastructure to improve its connectivity with the rest of the world and provide a better quality of life for its citizens. This includes investments in roads, ports, airports, energy, and telecommunications infrastructure.
Investment in human capital: Curacao has a high level of education, but there is a need to develop the skills of its workforce to adapt to the changing demands of the economy. This includes investments in schools, universities, vocational training centers, and adult education programs.
Promotion of innovation and entrepreneurship: Encouraging innovation and entrepreneurship can stimulate the creation of new businesses, products, and services. This can be achieved through various measures, such as tax incentives, subsidies, and access to financing.
Sustainable development: Curacao is vulnerable to environmental and climate change risks. An economic plan that prioritizes sustainable development can help to protect the environment and ensure the long-term viability of the economy. This includes promoting renewable energy, sustainable agriculture, and eco-tourism.
International cooperation: Curacao has a small market and limited resources. International cooperation can help to address these challenges and provide access to resources and expertise that can support the country’s economic development. This includes partnerships with other countries, international organizations, and non-governmental organizations.
Overall, a good economic plan for Curacao should aim to promote sustainable and inclusive growth that benefits all citizens while taking into consideration the unique challenges and opportunities of the country. It should be tailored to the specific needs and circumstances of Curacao and involve collaboration between the government, private sector, and civil society.
Credit to (Chat)GPT.
What policy choices have we made? Choices made yesterday and today have consequences tomorrow. “We reap what we sow”. Get involved actively in economic policy, make conscious choices, because you willingly or unintentionally bear the benefits and the burdens. I repeat: It would be to the credit of anyone in that policy-chair to be able to deal with economic management, because it has consequences”. Economy touches everything.
In mijn vorige “Economie-blog (E-7)”, heb ik het gehad over de productiefactor “Kapitaal” doelende op zowel “kapitaalgoederen” als “geld”. Voordat ik overstap op de laatste productiefactor “Ondernemerschap”, wil ik nog een stil staan bij de termen “Kapitaal, “kapitalisme” en ook “ rechtstaat” welke er nauw verbonden mee is. Alhoewel het verband tussen kapitalisme en rechtstaat logisch lijkt, staan we daar veelal niet bij stil. Een goed functionerende rechtstaat is voorwaardenscheppend voor een effectief kapitalistisch systeem.
De ontwikkelingseconoom Hernando de Soto staat stil bij de relatie tussen kapitalisme (en met name het stimuleren van kapitaal) en rechtstaat. Er zijn ook andere economen met soortgelijke ideeën voor een vollediger beeld.
Waarom de Soto? Omdat hij een interessante, veelal over het hoofd geziene, invalshoek heeft voor wat betreft “Recht” en “Kapitaal” en daarmee nauw verbonden het kapitalisme. Een tweede reden is omdat ik verbanden zie met de Curaçaose informele economie.
Algemeen conclusie: Hoe sterker/beter de rechtstaat, hoe hoger het Bruto Nationaal Product.
HERNANDO DE SOTO
Hernando de Soto is een Peruaanse ontwikkelingseconoom die bekend is geworden om zijn werk over de informele economie en eigendomsrechten. In zijn beroemdste boek, “The Mystery of Capital”, betoogt De Soto dat de sleutel tot economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden, het formaliseren van eigendomsrechten voor de armen (ik voeg erbij: ongedocumenteerden) is, omdat ze vaak informele eigendomsaanspraken hebben, die niet wettelijk erkend zijn. De Soto beweert dat dit, hen in staat stelt hun eigendom bijvoorbeeld te gebruiken als onderpand voor leningen, wat hen op hun beurt in staat stelt om in een eigen bedrijf te investeren en hun levensonderhoud te verbeteren. Maak dus ondernemers van hen door eigendomsrechten beter te regelen. Iedereen zal werken aan zijn eigen belang en vooruitgang, met de middelen die tot zijn beschikking (in eigendom) staan. Dat laatste is één van de kenmerken van kapitalisme. Maak die “beschikking” dus mogelijk, is de Soto’s advies.
Het gaat er dus met name om dat rechtsregeling en rechtsbescherming rondom eigendom geregeld moeten zijn om economische bedrijvigheid te duwen.
De Soto pleit ook voor vereenvoudiging van regelgeving en bureaucratie om het voor mensen gemakkelijker te maken om bedrijven te starten en te exploiteren. Denk aan de wel bekende “red tape”. De Soto is niet de eerste, en ook niet de laatste econoom die een verband legt tussen recht (of rechtstaat) en economie. De twee gaan samen; hoe beter de rechtstaat, hoe beter de economie, uiteraard afhankelijk van hoe we ermee omgaan (Governance). “Systems and structures are as good as people using them”.
Nu is het ook niet weer zo slecht geregeld op Curaçao met eigendomsrechten, maar toch is de (formele) economie niet bloeiend op dit eiland en is de informele economie groot. Deels heeft dat te maken met Recht en (gepraktiseerde) Governance, wat kapitaal niet makkelijk (naar het eiland) aantrekt, maar we kunnen ook constateren dat er grote stukken braakliggend terrein en onbewoonde huizenzijn, waarvan voor een deel, disputen over bestaan v.w.b. eigendomsrecht. Dit laatste is zeker van toepassing bij armere en grotere families op het eiland, bij erfrecht kwesties en onverdeelde boedels, en bij ongedocumenteerden. Er is voldoende rechtspraak over onderverdeelde boedels op Curaçao. Aan de ene kant betekent het dat het recht “het kan regelen”, maar aan de andere kant gaat het ook vaak om langdurige overdeelde boedels (en dus een landurig onproductieve productiefactor).
Ik zoek zelf ook een vergelijk, vooral bij de vele ongedocumenteerden, naast de armen, op dit eiland, die geen eigendom hebben om te exploiteren, en dus ook in hetzelfde mandje vallen. De “illegaliteit” houdt ze in een informeel circuit, maar beperkt ook de potentie van bedrijvigheid.
De Soto stelt dat door het formaliseren van eigendomsrechten, een enorm potentieel voor economische groei zou kunnen ontstaan. Verder suggereert hij dat de oplossing voor armoede in ontwikkelingslanden niet meer hulp is, maar eerder een focus op het creëren van veilige eigendomsrechten, het vereenvoudigen van regelgeving en bureaucratie, en het bevorderen van ondernemerschap.
In een breder kader gaat het eigenlijk om een goed functionerende rechtstaat. Deze is de basis voor rechtvaardigheid, kansen, vrede, ontwikkeling, een verantwoordelijke regering en respect voor fundamentele rechten. Onderzoek toont aan dat de rechtsstaat samenhangt met hogere economische groei, meer vrede, minder ongelijkheid, betere gezondheidsresultaten en meer onderwijs. Allemaal goede ingrediënten voor productieve productiefactoren. Wetten horen voor duidelijkheid te zorgen.
WAAROM ZIJN EIGENDOMSRECHTEN ZO BELANGRIJK?
Eigendomsrechten zijn belangrijk voor het functioneren van het kapitalisme, omdat ze individuen en bedrijven een modus bieden om middelen, zoals land, kapitaal en intellectueel eigendom, te bezitten en te exploiteren/managen. Dit eigendom stelt individuen en bedrijven in staat om beslissingen te nemen over het gebruik van deze (eigen) middelen (het is tenslotte van hen) om rijkdom te creëren en economische groei te genereren. Zonder duidelijke en afdwingbare eigendomsrechten zou het voor individuen en bedrijven moeilijk zijn om investeringen veilig te stellen en lange termijnplannen te maken, wat de economische groei zou kunnen belemmeren. Ik maak het in de praktijk al te vaak mee dat als een actief geen eigendom is, er niet (voldoende) in wordt geïnvesteerd. “Mi no ta hinka sen den algu ku no ta dimi”.
ESSENTIE VAN HET KAPITALISME
De essentie van het kapitalisme (waar overigens verschillende sub-vormen van bestaan) is een economisch systeem waarin particulieren en bedrijven, de productiemiddelen (in eigendom) bezitten en exploiteren. Ze opereren dan in een markteconomie waarin goederen en diensten worden uitgewisseld door middel van vrijwillige handel. De prijzen van goederen en diensten worden bepaald door vraag en aanbod en de winsten of verliezen van bedrijven zijn het resultaat van marktomstandigheden en natuurlijk eigen handelen. De rol van de overheid in een kapitalistisch systeem is doorgaans veelal beperkt tot o.a. het beschermen van eigendomsrechten en het afdwingen van contracten, in plaats van het actief sturen of plannen van de economie. Kapitalisme heeft als doel, het creëren van rijkdom en het genereren van economische groei door efficiënt gebruik van middelen en stimulansen voor innovatie en investeringen. Je moet wel eigenaar zijn van de middelen om optimaal de vruchten van het kapitalisme te plukken.
TERUG NAAR HERNANDO DE SOTO
Willen we in een kapitalistisch systeem welvaart en groei creëren, dan moeten we stil staan bij het deugdelijk regelen van rechten, w.o. eigendomsrechten over productiefactoren zoals Land en Kapitaal en overige wet- en regelgeving. Terwijl we het daar niet over eigendomsrechten hebben, moeten we voor productiefactor “Arbeid” voor duidelijke arbeidswetgeving hebben. Het komt er dus op neer dat wet- en regelgeving duidelijk en transparant moeten zijn.
Op Curaçao is de informele economie redelijk groot. Dit konden we duidelijker zien tijdens de Coronapandemie en dan met name tijdens de lockdowns. Het aantal aanmeldingen voor financiële steun bij de SOAW (meer dan 6,000 mensen), gaf een indicatie van het aantal mensen dat in nood zat (en ook geen aantoonbaar werk hadden), naast informatie welke we al hebben zoals van het aantal onderstand trekkers. Ook is meer dan 7,200 voedselpakket-steun verzocht, wat ook een indicatie is van armoede.
Een informele economie is een economie waarin economische transacties plaatsvinden buiten het formele wettelijke en regelgevende kader van de staat. Hoewel het voor sommige mensen een bron van inkomen en werkgelegenheid is, mist het vaak de bescherming en voordelen die worden geboden aan individuen en bedrijven die binnen de formele economie opereren.
Eén van de belangrijkste nadelen van een informele economie is, dat deze vaak wordt geassocieerd met een gebrek aan wettelijke erkenning van eigendomsrechten. Hierdoor is het voor individuen moeilijk is om hun eigendom te gebruiken als onderpand voor leningen en investeringen. Dit kan de economische groei beperken en de armoede in stand houden.
Een informele economie mist ook vaak de bescherming en voordelen die worden geboden aan individuen en bedrijven die binnen de formele economie opereren, zoals arbeidswetgeving, sociale zekerheid en toegang tot krediet. Dit kan het voor individuen moeilijk maken om hun levensonderhoud te verbeteren en waardoor ze in een cirkel van armoedeblijven leven.
De informele economie genereert bovendien geen belastingen voor de overheid, om te gebruiken voor openbare goederen en diensten. Deze informele econome neemt ook geen deel aan het regulerings- en inspectieproces, wat kan leiden tot negatieve effecten op de gezondheid, veiligheid en het milieu.
Samenvattend kan een informele economie negatieve gevolgen hebben, omdat er geen wettelijke erkenning is van eigendomsrechten en ookgeen bescherming en voordelen zijn die worden geboden aan individuen en bedrijven die binnen de formele economie opereren. Bovendien draagt het ook niet bij aan de inkomsten en regulering van de overheid.
RELEVANTIE VOOR ONS ?
Hoe zouden we de informele economie kunnen formaliseren? Dit kan met de volgende stappen,op basis van observaties van de Soto en meerdere economen:
Wettelijke bescherming bieden aan werknemers en bedrijven, waaronder eigendomsrechten;
Het identificeren en registreren van informele bedrijven en werknemers;
Het implementeren van belasting- en regelgevingssystemen;
Toegang verlenen tot financiële diensten en krediet op een meer inclusieve manier;
Het aanbieden van training- en opleidingsprogramma’s om vaardigheden te verbeteren;
Een gunstig ondernemingsklimaat creëren door infrastructuurontwikkeling (wegen, zee- en luchthavens, telecommunicatie, elektra, water, bouw, etc);
Aanmoediging van de acceptatie van technologie en innovatie.
Deze stappen hebben tot doel informele bedrijven te integreren in de formele economie, hun concurrentievermogen te verbeteren en hun bijdrage aan economische groei en het scheppen van banen, te vergroten.
In hoeverre houden we rekening met dit soort samenhang in ons economisch beleid op Curacao? Ik herhaal: Het zou wie dan ook die op die beleidsstoel zit, sieren om kundig om te gaan met economisch leidinggeven, het heeft namelijk consequenties”. Economie raakt alles.
Voordat je gaat beleggen in aandelen, obligaties en crypto (of een andere type beleggingsobject), is het wel handig je eerst te verdiepen in de markt, de sector/industrie, het bedrijf/object waarin je wilt beleggen. Je moet dus eerst je “huiswerk” doen. Die huiswerk noemen we in het Engels “Fundamental Analysis” (FA). Fundamental Analysis stelt je (theoretisch) in staat om te achterhalen wat de marktwaarde van een bedrijf zou moeten zijn. Veel beleggers kijken alleen naar de prijs van de belegging (bijvoorbeeld een aandeel), in plaats van te analyseren wat er achter het aandeel zit. De prijs wordt van alle kanten beïnvloed, los van de performance van het bedrijf zelf, ook door emotie, paniek, kuddegedrag van miljoenen mensen en speculatie door grote spelers.
Deze aspecten van de markt staan veelal los van de “business-fundamenten” van het bedrijf; datgene wat het bedrijf (de belegging) waarde geeft. Er is dus een verschil in de concepten waarde en prijs, en daarom is Fundamental Analysis belangrijk. De kunst is dus om die verschillen in prijs en waarde te vinden en in je voordeel te gebruiken. En er is geen beter moment om voordeel te halen als de markt “verstoord” is, zoals in een recessie.
Het is mijn bedoeling om in de komende 3 tot 6 blogs in hoofdlijnen in te gaan op enkele aspecten van Fundamental Analysis en waarom dat van belang is. Dit staat los van Technical Analysis (TA), wat totaal iets anders is.
“BASICS: DE STOCKTABLES”
Ik ga er gemakshalve van uit dat je al bent ingelezen wat er gebeurt in de economie (markten) als geheel en de sector of industrie waar je in wilt gaan beleggen. Vorig jaar (2022) hebben we een forse val van de financiële markten ervaren van meer dan 16% (DOW en S&P500), welke vermoedelijk dit jaar (2023) zal doorwerken. Die val heeft forse verliezen veroorzaakt, maar biedt ook veel kansen. Momenten van grote prijsveranderingen, zijn de momenten waarop Fundamental analysis (en Technical analysis) belangrijk wordt om de (vermoedelijke) grotere gaten tussen waarde en prijs te pakken. Belangrijk is om met name dan stil te staan bij de oorzaken van de prijsval.
Fundamental Analysis maakt veelal gebruik van openbaar beschikbare financiële gegevens om de waarde van een investering te evalueren. Er zijn diverse handige websites beschikbaar, die vaak ook al zelf veel basisinformatie hebben verzameld om Fundamental Analysis te doen. Een paar hiervan (voor met name aandelen) zijn:
Op deze sites vind je informatie over de aandelen die je wilt onderzoeken. Eén daarvan is de “Stock Tables”. Ik maak zelf veelvuldig gebruik van Yahoo! Finance en Trading View. Het tabel (de Stocktable) bevat basisinformatie zoals 52-week high and lows (prijsplafond en vloer in de laatste 52 weken), dividend, volume, yield, price/earning ratios, etc. Je hebt wel meer dan dit nodig voor een goede analyse, maar het is een begin.
Een korte uitleg van deze Stock-table (Yahoo! Finance), op basis van mijn watch-list (selectie) in “Industrial and Manufacturing”. Deze groep heb ik bewust gekozen daar we het einde van de recessie in deze groep als één van de eerste zullen zien. De meeste van de geselecteerde lijst heeft te maken met constructie, kapitaalgoederen, transport en personeel-werving. Zodra de economie aantrekt zal dat beginnen met stijgende investeringen en stijging in transport en werkgelegenheid. Organisaties in deze groepen zullen als één van de eersten in waarde stijgen. Je zou banken (die de kapitaalgoederen financieren) ook kunnen toevoegen aan deze groep, echter heb ik daar geen goede ervaringen mee.
Alhoewel niet in bovenstaande tabel opgenomen, is de 52-week high en 52-week low een goed beginpunt. Als de twee waarden significant uit elkaar liggen, dan is dat een indicatie dat iets significants is gebeurd. Waarom is de koers zo bewegelijk geweest? Is dat als gevolg van goed of slecht nieuws? En waar staat de koers vandaag?
TERMINOLOGIE
In de stock table zien we diverse afkortingen. We beginnen eerst met de “Ticker Symbol”, de afkorting welke het aandeel heeft op de beurs. “Last Price” is gewoonweg de laatst bekende verhandelde prijs op de beurs. Door de prijzen per dag in sequentie te analyseren zou je een trend kunnen bemerken. “Market Capitalization” staat voor de totale (markt-) waarde van de uitgegeven aandelen, de grootte van het bedrijf dus. Een hoge marktkapitalisatie betekent dat het bedrijf een grote marktaanwezigheid heeft. Bedrijven met een hoge marktkapitalisatie hebben meestal minder groeipotentie (koersstijging) dan start-ups, maar aan de andere kant genieten ze wel schaalvoordelen, zijn bekende merk-namen, kunnen goedkoper financieren, zijn “gevestigd”, en hebben vaak een stabiele inkomensstroom. Meestal zijn bedrijven met een hoge marktkapitalisatie minder risicovol en hebben redelijk stabiele dividendstromen. Denk aan de eerder besproken risico-profiel in deze blogs.
“Average Volume (3m)” betekent het gemiddelde verhandelde aandelen-aantal gedurende de voorgaande 3 maanden (cumulatief) op de beurs. Dit komt over het algemeen neer op het aantal verhandelde aandelen van de afgelopen 91 dagen delen door 3. Waarom is dit belangrijk? Los dat de ratio aangeeft hoe actief het aandeel wordt verhandeld op de markt, is met name het verband leggen met andere ratio’s relevant. Een hoog volume (meer dan wat je normaal ziet) betekent dat er iets bijzonders aan de hand is met de onderneming. Dit kan zowel positief als negatief zijn. Zoek uit waarom voordat je koopt of verkoopt.
“EPS” staat voor Earnings Per Share en wordt berekend als de nettowinst delen door het aantal uitstaande aandelen. Het is een indicator van de winstgevendheid van de onderneming. Soms wordt deze gecorrigeerd voor “buitengewone resultaten” (adjusted EPS). Hoe hoger de EPS, hoe meer winstgevend de onderneming wordt verondersteld. Een hoge EPS en een “lage” aandelen-prijs zou best interessant kunnen zijn voor een investeerder.
“Forward P/E” staat voor Forward Price to Earnings ratio en wordt berekend als de huidige aandelenprijs gedeeld door de geschatte (verwachte) toekomstige earnings (resultaat). Als de Forward P/E hoger is dan de huidige P/E (ook “Earnings Multiple” genoemd), is dat een indicatie van lagere verwachte winstgevendheid (per aandeel, vanuit de belegger bekeken). Daar het gaat om een (toekomst) verwachting, moet je deze ratio “met een beetje korreltje zout” nemen. Verwachtingen zijn namelijk subjectief. Als algemene regel, dient de P/E voor een Large Cap onderneming (en voor “income stocks”), tussen de 10 en 20 te zitten. Voor “growth stocks” niet groter dan 30 tot 30. Een zeer hoge P/E betekent immers dat het aandeel te duur is geprijsd voor de earnings.
“Dividend Payment Date” is simpelweg de dag waarop dividend wordt betaald. In veel gevallen is dat 4 keer per jaar (elk kwartaal). De “Ex-dividend Date”, is de eerste werkdag na uitkering van het dividend. Verkoop je een aandeel vóór de ex-dividenddatum, dan verkoopt je ook je recht op het dividend, dus hou dat in de gaten.“Dividend per Share” (DPS) is het totale dividend per geplaatst aandeel. Dit is soortgelijk aan de “EPS”, met dien verstande dat het hier gaat om de daadwerkelijke uitbetaling aan de aandeelhouder. Als je doel is om “inkomensgericht te investeren” (defacto, vind je dividend belangrijk), is dit een belangrijke ratio, vooral als de dividendbetalingen stabiel en structureel zijn. Dit is meestal het geval voor ondernemingen met een hoge marktkapitalisatie.
“Dividend per Share” (DPS) is het totale dividend per geplaatst aandeel. Dit is soortgelijk aan de “EPS”, met dien verstande dat het hier gaat om de daadwerkelijke uitbetaling aan de aandeelhouder. Als je doel is om “inkomensgericht te investeren” (defacto, vind je dividend belangrijk), is dit een belangrijke ratio, vooral als de dividendbetalingen stabiel en structureel zijn. Dit is meestal het geval voor ondernemingen met een hoge marktkapitalisatie.
De “Forward Annual Dividend rate” is een schatting van het dividend over een vol jaar, uitgedrukt als een percentage van de huidige aandelenkoers. Het verwachte dividend van het jaar wordt gemeten door de meest recente daadwerkelijke dividendbetaling van een aandeel te nemen en deze op jaarbasis te berekenen. Ook dit is een verwachting.
De “Trailing Annual Dividend rate” geeft het dividend weer dat over een voorgaande periode (rolling 12-maanden, TTM: Trailing Twelve Month) is uitgekeerd. Het omvat alle dividenden (historisch) die tijdens het afgelopen jaar zijn betaald om het dividendrendement te berekenen. De “Trailing Annual Dividend Yield” geeft het dividendpercentage weer dat over een voorgaande periode is uitgekeerd, meestal een jaar. Het verschil tussen de “rate” en de “yield” is dat de eerste een geldbedrag geeft en de tweede een percentage (van de aandelenkoers). Een goed dividend yield zit meestal tussen de 2% en 5% (blijf vergelijken met de interest op termijndeposito’s of money market-accounts als benchmark). Dezer dagen (februari 2023) kan je een “certificate of deposit” afsluiten tegen 4%, wat beter is dan een dividend yield van 2%, en je loopt ook minder risico.
De “Price/Book” is de verhouding tussen de marktkapitalisatiewaarde van de onderneming ten opzichte van de boekwaarde van de onderneming (aandelenkoers/boekwaarde eigen vermogen per geplaatst aandeel). Uiteraard moet deze ratio boven de 1.0 uitkomen, wil investeren interessant zijn. Deze ratio wordt veelal gebruikt om het verschil tussen “ondergewaardeerde” aandelen te identificeren. Hou er wel rekening mee dat waarderingsgrondslagen en verslaggevingsvereisten, de cijfers in de jaarrekening bepalen en dus ook de waarde van het Eigen Vermogen (Bookvalue). Het is handig om deze laatste ratio samen te nemen met de ROE%.
Overgewaardeerde aandelen vertonen vaak een combinatie van lage ROE% en hoge P/B-ratio. Goed gewaardeerde aandelen hebben ROE- en P/B-ratio die enigszins vergelijkbaar groeien, omdat aandelen die een hoger rendement genereren, de neiging hebben om investeerders aan te trekken. Hierdoor vergroten ze de vraag, waardoor de marktprijs van het aandeel stijgt. Een hoge P/B-ratio suggereert dat een aandeel overgewaardeerd kan zijn, terwijl een lagere P/B-ratio kan betekenen dat het aandeel ondergewaardeerd is. Vergelijk wel al deze en overige ratio’s volgtijdelijk (5 @ 10 jaren), maar ook in de sector waarin je wilt investeren (vergelijkbare bedrijven). Maak op bijvoorbeeld Yahoo! Finance, Watchlists per sector / industrie, zodat je groepen makkelijk bij elkaar in samenhang kunt zien. Alleen dan heeft oordeelsvorming zin. Als laatste tip wil ik meegeven dat alle ratio’s valkuilen hebben, dus combineer ratio’s en zoek samenhang.
SAMENHANG
Vanzelfsprekend is het verstandig om ratio’s te analyseren voor een periode van jaren (bijvoorbeeld 5 tot 10 jaar) om een idee te krijgen of deze consistent bewegen. Verstandig is ook om verschillende ratio’s ten opzichte van elkaar te interpreteren. Als een Forward Annual Dividend rate sterk afwijkt (bijvoorbeeld hoger is) van een Trailing Annual Dividend rate, is het goed om te proberen te achterhalen waarom dat zo is. Waarom is de verwachting beter dan de verrichte prestatie uit het verleden? Verwacht men groei, waarom? Is er een uitbreiding van bedrijfsactiviteiten? Wat doen de concurrenten? Vergaar informatie om meer kennis te krijgen wat de situatie is. En dat is “in a nutshell” Fundamental Analysis in.
DISCLAIMER: Deze blogs zijn bedoeld voor en alleen om te worden gebruikt voor referentiedoeleinden. Dergelijke informatie die hier wordt verstrekt, vormt geen advies of een aanbeveling dat een beleggings- of handelsstrategie geschikt is voor een specifieke persoon. Gebruikers van deze blogs zijn het ermee eens dat ik geen verantwoordelijkheid neem voor uw investeringsbeslissingen.Vraag professioneel advies voordat u handelt.
Economie is de wetenschap die zich primair bezighoudt met de menselijke behoeftebevrediging. De economie bestudeert keuzes die individuen, organisaties en samenlevingen maken bij het omgaan met schaarste. Schaarste was het onderwerp van een vorige blog. We bouwen daarop voort in deze en ook voorgaande blogs met productiefactoren om het begrip schaarste concreter in te vullen.
Niets is oneindig ([ver-]bruikbaar) en mede daarom heeft het een waarde, een prijs. “Multi-bruikbaar” (gelijktijdig) is een factor meestal ook niet. Je gebruikt bijvoorbeeld een stuk “Land” voor landbouw, of voor veeteelt, of voor industrie, of voor woningbouw, of om een golfbaan te maken, etc. Eenmaal een keuze is gemaakt, is een andere keuze veelal uitgesloten. Een keuze heeft dus een gevolg, maar wat is het beste (economische) gevolg? De schaarse productiefactoren, maken je keuze belangrijker dan je denkt; doe het daarom bewust en onderbouwd. Je keuze is medebepalend voor je economie.
PRODUCTIEFACTOREN
Deze traditionele productiefactoren zijn: “Land”, “Arbeid”, “Kapitaal” en “Ondernemerschap”. “Land” en “Arbeid” zijn al behandeld in voorgaande blogs. Aan de beurt is productiefactor “Kapitaal”.
De basisgedachte is dat productiefactoren gezamenlijk, inkomen en welvaart genereren. Die zijn niet onbeperkt, alhoewel sommigen dat wel denken. In de economie gaat het erom hoe je de schaarse productiefactoren inzet en benut en welke (en hoeveel) rijkdom/welvaart deze met zich meebrengt. Elke keuze heeft een ander resultaat, en dat moet je herinneren.
KAPITAAL
Als we het over “Kapitaal” hebben denken we meestal aan geld. “Kapitaal” betekent echter niet (alleen) geld, maar eerder ook gereedschappen, middelen, machines en fabrieken welke in een productieproces worden gebruikt en veelal de (basis-) productiefactoren “Arbeid” en “Land” productiever maakt. “Kapitaal” is de hamer van de timmerman, de vuilniswagen van Selikor NV, de computer van de administrateur, de dienstwagen, en de productiestraat om wasmachines te maken. Deze noemen we ook kapitaalgoederen. Kaptaalgoederen zijn duurzame goederen die bedrijven gebruiken om producten en diensten te leveren.
In “accounting-termen” zijn kapitaalgoederen de Materiele Vaste Activa, gefinancierd met (je raad het al), Kapitaal. Met kapitaalgoederen maken we consumentengoederen. Kapitaalgoederen maken het productieproces veelal productiever; we kunnen meer goederen maken of diensten leveren dan als we alleen op bijvoorbeeld factor “arbeid” steunen.
Hiernaast is ook een kenmerk van kapitaalgoederen, dat ze langer meegaan dan slechts één “productieronde” (duurzaam). Slijtage over tijd kan echter wel plaatsvinden. Overigens met de industriële revolutie (vanaf 1750) kreeg “Kapitaal” haar belangrijke betekenis. Met de industriële revolutie groeiden ambachtelijke werkplaatsen, veelal kleinschalig, tot grote fabrieken en industrieën. Met de “massaproductie” werden vele producten toegankelijker en goedkoper in prijs, waardoor ook meer mensen deze konden “consumeren”. Het ontstaan van het woord “Kapitalisme” wordt veelal geassocieerd met deze productiefactor, maar is uitgegroeid met de tijd, meer doelende op de vrije marktwerking.
”Technologie” wordt soms onder productiefactor “Kapitaal” beschreven, maar soms ook als een op zichzelf staande productiefactor. Innovatie in kapitaalgoederen is vaak de reden voor groei in business en heeft ook vaak als gevolg dat nieuwe “typen banen” worden gecreëerd (en oude “type banen” verdwijnen).
Kapitaal en sociale verandering kunnen ook hand in hand lopen. Productiefactor “Kapitaal” kan disruptief werken in de economie; “in a sense” wat we nu meemaken met de Tech-bedrijven zoals Tesla, Google, Facebook, Amazon. Maar een beter voorbeeld is het verleden. De industrialisering vanaf de 18de eeuw, heeft arbeidsproductiviteit significant verhoogd, maar ook arbeidsverhoudingen doen veranderen. Veel managementtheorieën van economen stammen uit deze tijd, waaronder Karl Marx (met name Das Kapitaal) met een bijzondere focus op de sociale dynamiek tussen de “kapitalist” en de arbeidersklasse (have’s and have’s not).
Met zijn boek focuste Marx in het bijzonder op de erbarmelijke condities waarin mannen, vrouwen en kinderen moesten werken, in contrast met de rijkdom welke werd gecreëerd door de industriële revolutie (voor de happy few). Marx werpt licht op de zwarte kant van het Kapitalisme, die er helaas ook is. Zijn boodschap is dat met de druk van de kapitalist om steeds meer eigen rijkdom te creëren door “uitbuiting” van de productiefactor arbeid, daarmee meer armoede, miserie en dissatisfactie veroorzaakt wordt. En dat deze druk uiteindelijk ook diezelfde productiefactor “arbeid” ertoe beweegt zich te organiseren en te verzetten tegen de kapitalist, uiteindelijk via een revolutie.
Anders gezegd: Een economisch systeem dat de productiefactor “Arbeid” behandelt als niet anders dan een productiefactor, is gedoemd te imploderen, omdat de arbeidersklasse in opstand zal komen en het “regime” zal wijzigen. Thomas Piketty, geeft ook dergelijke signalen af in zijn boek “Kapital in de 21ste eeuw”, met zijn focus op inkomen en ongelijkheid in rijkdom. Terug naar de “revolutie”. We zien al voorbeelden hiervan in termen zoals “The Great Resignation” en “Quiet Quitting”, beiden vormen van protest. Maatschappijen bestaan uit mensen van “flesh and blood” en elk economisch systeem zal daar rekening mee moeten houden, wil het overleven. Maar goed, ik wijk af. Even terug naar kapitaalgoederen.
“Kapitaal” is ook geld dat we lenen. Een andere naam daarvoor is dan wel geldkapitaal of vermogen.
“Kapitaal” is een gevolg van investeren. De Materiele Vaste Activa op de balans hebben we gefinancierd en gekocht. Dat betekent dat we moeten nadenken waarin we investeren. In welke kapitaalgoederen, in welke technologie en in welke capaciteit? Die investering moet ook een rendement met zich meebrengen, omdat we nog steeds geconfronteerd worden met schaarste. Kopen we machine X of machine Y? Omdat “Kapitaal” veelal wordt aangeschaft met geleend geld (transactie-medium), betreft de prijs (vergoeding) daarvoor “interest”.
Ook kapitaal heeft een kwantiteits- en een kwaliteitselement. Als we het over kwantiteit van kapitaalgoederen hebben, hebben we het over de omvang van kapitaalgoederen welke we tot onze beschikking hebben. Als we het over kwaliteit van de kapitaalgoederen hebben, hebben we het over een betere versie of modernere technologische variant (innovatie) van de kapitaalgoederen. Het gaat er dan wel om dat we effectiever en efficiënter kunnen produceren.
Ik zal het in een latere blog hebben over de theorie van “comparatieve voordelen” (Klassiek Econoom David Ricardo). Daar zal ik weer wijzen hoe de inzet van “kapitaalgoederen” maar vooral de innovatie daarin, comparatieve voordelen kan creëren voor een Land.
KAPITAALGOEDEREN ALS ECONOMISCHE INDICATOR
In westerse landen is de productie van kapitaalgoederen een belangrijke economische indicator welke een goed meetpunt is voor de economische situatie van het Land. Wanneer ondernemingen meer kapitaalgoederen aanschaffen (investeren) (en dus de producent meer kapitaalgoederen produceert), is dat een indicator dat de economie aan het groeien is en dus ook het bruto nationaal product. Ondernemers investeren immers vooral als ze groei in business verwachten. Anders gezegd: De bedrijvigheid van de industriële sector is een goede graadmeter voor de economie.
RELEVANTIE VOOR ONS?
We hebben tot zoverre 3 productiefactoren behandeld, “Arbeid”, “Land” en “Kapitaal”. Factor “Ondernemerschap” is voor een volgende blog. Waarom bloggen over productiefactoren? Waarom is dit relevant voor ons? De basisgedachte is dat productiefactoren gezamenlijk, inkomen en welvaart genereren. Slimme combinatie van productiefactoren creëren meer inkomen en welvaart. Er is ook interdependentie tussen de productiefactoren. Houden we daar rekening mee als beleidsmakers? Alle sectoren vereisen een bepaalde kwantiteit en kwaliteit van “Arbeid”, “Land” en “Kapitaal”, maar vooral “Arbeid” en “Kapitaal”, waarbij de factor “Kapitaal” de factor “Arbeid” productiever kan maken.
De creatie van Silicon Valley is het gevolg van bewust op een specifiek stuk “Land”, een bepaald type “Arbeid” te combineren met een bepaald type “Kapitaal”. Dit laatste heeft ertoe geleid dat de Verenigde Staten tot de dag van vandaag een “comparatief voordeel” heeft als natie, maar ook haar economische macht heeft kunnen blijven behouden in de wereld.
In hoeverre houden we rekening met dit soort samenhang in ons economisch beleid op Curacao? Ik herhaal: Het zou wie dan ook die op die beleidsstoel zit, sieren om kundig om te gaan met economisch leidinggeven, het heeft namelijk consequenties”. Economie raakt alles.
Voordat je gaat beleggen in aandelen, obligaties en crypto (of een andere type beleggingsobject), is het wel handig je eerst te verdiepen in de markt, de sector/industrie, en het bedrijf/object waarin je wilt beleggen. Het gaat erom dat je niet blind en onvoorbereid instapt, maar eerst voldoende kennis opdoet en je risico’s goed inschat. Je moet dus eerst je “huiswerk” doen. Die huiswerk noemen we in het Engels “Fundamental Analysis” (FA). Er is een tweede vorm van analyse en die heet “Technical Analysis” (TA), maar die heeft een ander doel dan Fundamental Analysis. Fundamental Analysis komt kort aan bod in deze blog. In toekomstige blogs zal ik er verder dieper ingaan op deze twee onderwerpen. Ze zijn cruciaal voor het maken van keuzes en een beter begrip van hen is een voorwaarde om goed te investeren.
FUNDAMENTAL ANALYSIS
Waarom is Fundamental Analysis belangrijk? Fundamental Analysis stelt je in staat om te achterhalen wat de marktwaarde van een bedrijf zou moeten zijn. Veel beleggers kijken alleen naar de prijs van de belegging (bijvoorbeeld een aandeel), in plaats van te analyseren wat er achter het aandeel zit. De prijs wordt van alle kanten beïnvloed, los van de performance van het bedrijf zelf, maar ook door emotie, paniek, kuddegedrag van mensen en speculatie door grote spelers. Deze aspecten van de markt staan veelal los van wat het bedrijf (de belegging) waarde geeft. Er is dus een verschil in waarde en prijs, en daarom is Fundamental Analysis belangrijk. De kunst is dus om die verschillen in prijs en waarde te vinden en in je voordeel te gebruiken.
Eén van de belangrijkste aannames achter Fundamental Analysis is, dat de huidige prijs van een aandeel, vaak niet volledig de waarde van het bedrijf weerspiegelt, in vergelijking met openbaar beschikbare financiële gegevens. Een tweede veronderstelling is dat de waarde die wordt weerspiegeld in de fundamentele data van het bedrijf, waarschijnlijk dichter bij de werkelijke waarde van het aandeel ligt.
Analisten bestuderen datgene wat de waarde van de belegging kan beïnvloeden, van macro-economische factoren zoals de toestand van de economie en de sector-omstandigheden, tot micro-economische factoren zoals de effectiviteit van het management van het bedrijf, strategie, beleid etc. De prijs van een aandeel van een onderneming in de wapenindustrie zal zeer waarschijnlijk stijgen, als er oorlog (macro) uitbreekt, dat wil nog echter niet zeggen dat de waarde van de onderneming plotseling hoger is geworden.
Het einddoel is om een waarde te bepalen welke de belegger kan vergelijken met de huidige prijs van de potentiële belegging om te zien of de belegging ondergewaardeerd of overgewaardeerd. Als de belegging ondergewaardeerd is (prijs < waarde), is dat een potentiële kooptransactie. Als de belegging overgewaardeerd is (prijs > waarde), is dat een potentiële verkooptransactie.
HOE DAN?
Fundamental Analysis wordt meestal gedaan vanuit een macro- tot microperspectief om beleggingsobjecten te identificeren die “niet correct” zijn geprijsd door de markt.
Analisten bestuderen, in volgorde:
De algemene toestand van de economie
De kracht van de specifieke branche
De financiële prestaties van het bedrijf dat de aandelen uitgeeft
Dit zorgt ervoor dat ze tot een gecalculeerde (onderbouwde) marktwaarde voor het aandeel komen. Fundamental Analysis maakt veelal gebruik van openbaar beschikbare financiële gegevens om de waarde van een investering te evalueren. Er zijn diverse handige websites beschikbaar, vaak die ook al zelf veel basisinformatie hebben verzameld om Fundamental Analysis te doen. Een paar hiervan (voor met name aandelen) zijn:
Op deze sites vind je informatie over de aandelen die je wilt onderzoeken. Aandelen vertegenwoordigen eigendom in vennootschappen. Voordat je aandelen koopt, wil je eerst weten wat het bedrijf doet en hoe financieel solide het is. Handig hierbij is dat je de “taal van business” begrijpt. Die heet “accounting” (boekhouding/administratie). Het gaat hierbij om bekendheid met termen zoals eigen vermogen, nettoresultaat, etc. is en hoe ze worden berekend. Dit soort informatie vind je allemaal op de genoemde websites. Het gaat erom dat je kennis van neemt, opeenvolgende jaren vergelijkt en ook comparatief onderzoek doet met soortgenoten (concurrerende bedrijven).
ECONOMIE EN AANDELENMARKT
Naast informatie over de aandelen/bedrijven zelf, is het ook handig om stil te staan hoe de economie de aandelen beïnvloed. Kennis van de werking van de economie is van belang voor de belegger. De aandelenmarkt (maar ook de huizenmarkt, cryptomarkt, etc.) en de economie staan verbonden met elkaar, alhoewel dat niet altijd even duidelijk is. In de pandemie is bijvoorbeeld de economie verzwakt, echter de aandelenmarkt was wel booming (heeft o.a. te maken met monetair beleid). Maar de algemene regel is wel: de goede en slechte dingen die in de ene markt gebeuren, hebben consequenties voor de andere markt. Kennis van de werking van de economie is handig om financieel nieuws te kunnen filteren voor relevante keuzes en besluiten om te beleggen. Hierbij zijn de volgende concepten o.a. belangrijk:
Vraag en Aanbod: dit laatste komt simpelweg neer op wat beschikbaar is (Aanbod) en wat mensen willen en bereid zijn te betalen (Vraag) om hun behoeften te bevredigen. Deze 2 concepten vormen de motor van economische activiteiten en zijn ook relevant voor investeringsbeslissingen. Tijdens de COVID-Pandemie, ontstonden Aanbod-issues, welke uiteindelijk prijsopdrijvend hebben gewerkt, waardoor sommige bedrijven veel winst hebben kunnen genereren (met als gevolg hogere aandeelprijzen).
Causaliteit (Oorzaak en Gevolg): Een oorzaak heeft een gevolg, en het is van belang dat je deze ook in je redeneer- en denkproces meeneemt. Een vraag zou kunnen zijn: Welke goede of slechte gevolg zou ik logischerwijs kunnen verwachten, bij het zich voordoen van een gebeurtenis. Hierbij weer mijn voorbeeld van het uitbreken van oorlog en het gevolg voor de wapenindustrie. Of bij de betere beheersing van de COVID-Pandemie, de effecten voor de “Reis- en Verblijf”-industrie.
Overheidsacties en economische effecten: Overheden (maar ook regulatorische instanties zoals de Centrale Bank) hebben ook een voelbaar effect op de economie en financiële markten. Overheidsacties (en die van de Centrale Bank, waar relevant) komen veelal neer op belastingheffing, wet- & regelgeving en regulering. De Overheid kan een wet aannemen welke als gevolg kan hebben dat een hele sector wordt aangetast (milieuwetgeving bijvoorbeeld). De Centrale bank kan interest verhogen en het geld aanbod beperken, waardoor minder wordt besteed.
Net als informatie inwinnen over specifieke bedrijven en de industriesector, is het ook van belang dat je informatie inwint over de economie. Je zult op de hoogte moeten blijven van de “stand van de economie”. Als de economie goed gaat, is de kans groot dat de waarde (en prijs) van de aandelen ook goed gaan. Maar als de economie krimpt, zullen veel aandelen, waardeverliezen en ook prijsdalingen meemaken. Blijf dus ook de hoogte van de belangrijkste economische indicatoren, zoals het bruto nationaal product (BNP), Consumentenprijs Index (CPI) (lees: inflatie), werkloosheidcijfers, etc. Deze dagen hebben met name de inflatiecijfers en de Centrale Bank acties, veel invloed op de financiële markten en de prijsbewegingen. Goed opletten, zeker voor Daytraders.
LEES FINANCIEEL NIEUWS
Regelmatig lezen van financieel nieuws houdt je op de hoogte van wat er gaande is en relevant is voor je besluitvorming waarin te investeren. Vele websites (zie ook bovengenoemde) zijn daar goed voor. Het is aanbevelingswaardig dat je meerdere bronnen van informatie tot je neemt. Goede additionele sites zijn die van de Wallstreet Journal (www.wsj.com), Investor’s Business Daily (www.investors.com) en Bloomberg (www.bloomberg.com). Diverse websites vereisen wel een subscription en die, kan oplopen. Op de websites vind je informatie over de bedrijven waarin je wilt beleggen, maar ook informatie van wat er gaande is in de wereld die relevant is voor je investeringsbeslissing.
WAT DOEN DE “NAMEN” / INSTITUTEN?
Tot slot is het verstandig om ook attent te zijn wat de grote instituten en “grote namen” doen in de economie. Als een vooraanstaande econoom een uitspraak doet, of een beleggingsgigant als “Blackrock” of Warren Buffet (Berkshire Hathaway) een significante koopactie verricht, dan is er veelal iets gaande. Meestal zie je deze wel in headlines op bijvoorbeeld Yahoo Finance. Denk dan meteen in termen van “vraag/aanbod”, “oorzaak/gevolg”, etc. en handel dienovereenkomstig. Ik wil wel even stil staan bij een ander type analyse, de Technical Analysis.
TECHNICAL ANALYSIS
Tot slot: Een ander type “huiswerk” is Technical Analysis (TA). Technical Analysis probeert de prijsrichting te voorspellen, door historische marktgegevens zoals prijs en volume te analyseren. Technical Analysis maakt gebruik van prijstrends en prijsbeweging om indicatoren te creëren. Sommige indicatoren creëren patronen. Anderen gebruiken trend-, ondersteunings- en weerstandslijnen om te laten zien hoe handelaren investeringen zien en aangeven wat er zal gebeuren. Leuk werk is dit en er gaat veel tijd hierin zitten. Als je Technical Analysis onder de knie hebt, kun je goede winsten pakken op de juiste momenten. Wat Technical Analysis verder inhoudt, zal ik in meerdere toekomstige blogs uitwerken.
Even terug. Er zijn meer zaken die horen bij Fundamental Analysis, maar ik laat het voor deze blog even hierbij. In mijn volgende blogs zal ik iets meer verdiepen.
DISCLAIMER:Deze blogs zijn bedoeld voor en alleen om te worden gebruikt voor referentiedoeleinden. Dergelijke informatie die hier wordt verstrekt, vormt geen advies of een aanbeveling dat een beleggings- of handelsstrategie geschikt is voor een specifieke persoon. Gebruikers van deze blogs zijn het ermee eens dat ik geen verantwoordelijkheid neem voor uw investeringsbeslissingen.Vraag professioneel advies voordat u handelt.
De laatste paar maanden is de Federal Reserve van de Verenigde Staten (de Fed), net als vele andere centrale banken ter wereld, druk bezig met het bestrijden van inflatie door o.a. de interest-rates te verhogen. De gedachte is met name dat hogere interest-rates, consumptief krediet duurder maken met als gevolg dat consumenten minder zullen kopen (in de VS draait de consument veelal op krediet) waardoor de hoge vraag naar producten zal afnemen, en daarmee ook de inflatie. Commercieel krediet wordt ook duurder, met als effect dat lenen om te investeren ook duurder wordt en mogelijke investeringen worden uitgesteld. Tot slot, een hogere interest betekent ook hogere spaarrente en couponrentes op obligaties, welke “spaargedrag” aanmoedigen. Allemaal met als gevolg, dat de vraag negatief wordt beïnvloed (en het “aanbod-tekort” kleiner wordt) en daardoor inflatie wordt afgeremd.
Natuurlijk zijn er naast de Fed nog vele andere factoren van invloed op inflatie. De wisselkoers van de Amerikaanse dollar speelt ook een rol bij inflatie. Amerikaanse export bijvoorbeeld naar Europa wordt duurder. Als de dollar sterker wordt (wat momenteel het geval is), zorgt de hogere wisselkoers ervoor dat Europeanen meer betalen voor Amerikaanse goederen, “uitsluitend” gebaseerd op de wisselkoers. Als gevolg hiervan kan de Amerikaanse exportomzet dalen als de dollar te sterk is. Een dollar welke langdurig “te sterk“ is, is ook niet goed voor de Amerikaanse economie (de VS verliest o.a. enige concurrentiekracht).
Bovendien maakt een sterke dollar import (voor de VS) goedkoper. Als Amerikaanse bedrijven goederen uit Europa kopen in euro’s en de euro is zwak, of de dollar is sterk, dan is die import goedkoper. Het resultaat is goedkopere producten in Amerikaanse winkels, en die lagere prijzen vertalen zich in een lagere inflatie. Goed voor de VS dus (tot op zekere hoogte).
Goedkope import helpt de inflatie laag te houden, aangezien Amerikaanse bedrijven die goederen in eigen land produceren, hun prijzen laag moeten houden om te kunnen concurreren met goedkope buitenlandse import. Een sterkere dollar helpt bij het goedkoper maken van import en fungeert als een natuurlijke afdekking om het inflatierisico in de economie te verminderen. Het tast wel de winstgevendheid van Amerikaanse bedrijven aan, en daarmee ook de economische groei.
Een sterke Amerikaanse dollar heeft dus ook effect op inflatie en de (wereld) economie, het tast namelijk ook handel (in het bijzonder import en export) aan. Er zijn dus “winners” (de VS in eerste instantie) and “losers” (de rest).
WAT BETEKENT DAT VOOR ONS OP CURACAO?
Curaçao is per saldo een netto importland (dat zien we ook terug op onze betalingsbalans). De inflatie die wij meemaken is voornamelijk geïmporteerde inflatie. De Antilliaanse gulden is nl. gekoppeld aan de dollar. Alles wat we uit landen importeren, waarvan hun valuta negatief gecorreleerd is aan de dollar, wordt dan bij een sterker wordende dollar, goedkoper. Op de website van de Centraal Bureau van de Statistiek (CBS), kunnen we het volgende overzicht zien (aangepast voor deze blog), en hebben we een idee waar we vandaan importeren en waar we naar toe exporteren.
Bron: website CBS-Curacao
Een sterker dollar, betekent dus een sterke gulden, en dat betekent over het algemeen een goedkopere import. Dat zouden we terug moeten zien in de prijzen in de supermarkt. Zien we dat?
Als we leningen hebben die bijvoorbeeld in Euro’s luiden, dan is versneld aflossen nu voordeliger. Als ik me niet vergis luidde de “oorspronkelijke lening” bij de schuldsanering rond 2010 in Euro’s en was de CMC-lening ook in Euro’s. Voor terugbetaling hiervan hebben we nu, met de sterkere dollar een voordeel, uitgaande dat we kunnen terugbetalen (wat gezien de financiële omstandigheden van het Land, lastig is).
Aan de andere kant wordt onze export wel duurder. Toerisme, ons grootste exportproduct, wordt duurder voor bijvoorbeeld de Europeaan, die hier feitelijk in dollars moeten betalen. Dat zal ongetwijfeld consequenties hebben voor vakanties op Curaçao. De meeste vakanties zijn al geboekt en betaald tot einde van dit jaar, dus zullen we dit moeten merken volgend jaar. Hetzelfde geldt voor onze exportproducten zoals aloë-producten, Glaciaal, Blue-Curaçao, etc.
Welk effect (import of export) heeft meer gewicht voor onze economie? Mijn verwachting is dat de “export-effect” (Curaçao wordt duurder voor het buitenland), meer gewicht heeft bij een sterkere dollar. Het is verder de vraag of importeurs hun “dollar-voordeel” ook doorrekenen naar de consument.
Tot slot, denk aan de deviezenreserve. Dit laatste (sterke dollar) heeft ook gevolgen voor de deviezenreserve. Aan onze beleidsbepalers: zijn dit discussieonderwerpen?
Even eerst een herhaling. Economie is de wetenschap die zich primair bezighoudt met de menselijke behoeftebevrediging. De economie bestudeert keuzes die individuen, organisaties en samenlevingen maken bij het omgaan met schaarste. Schaarste was het onderwerp van een eerdere blog. We bouwen daarop voort in deze blog met productiefactoren om het begrip schaarste concreter in te vullen. Deze blog gaat over de factor “Land”.
Niets is oneindig ([ver-]bruikbaar) en mede daarom heeft het een waarde, een prijs. “Multi-bruikbaar”is een factor meestal niet. Je gebruikt bijvoorbeeld een stuk “Land” voor landbouw, of voor veeteelt, of voor industrie, of voor woningbouw, of om een golfbaan te maken, etc. Eenmaal een keuze is gemaakt, is een andere keuze veelal uitgesloten. Elke keuze heeft een gevolg, maar welke heeft het beste (economische) gevolg? De schaarste, maakt je keuze belangrijker dan je denkt; doe het daarom bewust en onderbouwd. “Gebruiksmotieven” kunnen ook anders dan economische zijn. Zo kan een gebouw of stuk land ook behoren tot een cultureel erfgoed, of kan het van maatschappelijk belang zijn, in ieder geval, dat meer (emotionele) waarde eraan wordt gehecht dan slechts de economische waarde.
In de vorige blogs hebben we aandacht besteed aan de productiefactor “Arbeid”. In deze Blog besteden we aandacht aan de productiefactor “Land”. De basisgedachte is dat productiefactoren gezamenlijk, inkomen en welvaart genereren.
LAND
Productiefactor “Land” (als naam wordt ook “Natuur” gebruikt) behelst alle natuurlijke bronnen en niet alleen een stuk grond. Bossen, mineralen, vissen, kippen en koeien, grondwater, de oceaan en een stuk grond vallen onder de productiefactor “Land”. “Land” kan “hernieuwbaar” en “duurzaam zijn”, maar ook “niet-hernieuwbaar”. Bomen kan je weer planten en kippen weer fokken, maar aardolie en ijzer raken op.
De prijs voor het gebruik van Land, noemen we in het Engels “rent” en in het Nederlands “pacht”. Dit is de vergoeding (huur) die je ontvangt voor het in gebruik stellen van Land of grond. Als er op of in de grond zich grondstoffen bevinden, zal de vergoeding hoger zijn. Er kan dan meer met dat stuk grond worden geproduceerd, waardoor de grond meer waard is.
In tegenstelling tot de overige productiefactoren, groeit “Land” niet (alhoewel met diverse productietechnieken wel meer uit “Land” gehaald kan worden, denk bijvoorbeeld aan het gebruik van mest, etc.). Natuurlijk zijn er uitzonderingen, zo kan je wel een stuk “Land” bij creëren (of veranderen), zoals inpolderen in Nederland, de Pond-fill op Sint-Maarten, maar ook het Zeelandia-gebied op Curaçao.
“Land” kan afnemen in kwantiteit, kwaliteit en waarde als er niet duurzaam mee wordt omgegaan. Milieuvervuiling verlaagt de kwaliteit van het “Land” en dit kan dan ook gevolgen hebben voor de kwantiteit van “Land” dat ter beschikking staat voor de economie.
GRONDBEZITTERS EN EIGENDOM
Om de overige productiefactoren in te zetten, heb je “Land” nodig en mede daarom hebben grondbezitters van oudsher een belangrijke rol gespeeld in de Economie. “Land” en ook “Arbeid” worden primaire productiefactoren genoemd, ze waren er vanaf het prille begin. In de neoklassieke economie is eigendom van grond op de voorgrond. In sommige landen, zoals de Verenigde Staten van Amerika, neemt juridisch eigendom[i] van “Land” een prominente plaats in het kapitalistisch systeem. Niet dat eigendom (juridisch) niet belangrijk is, maar tegenwoordig gaat het meer om het economisch recht on “Land” te gebruiken (economisch eigendom).
Grondeigendom heeft ook een instrumentele functie, het vergemakkelijkt handelen in het economisch verkeer. Zie ook hoeveel nadruk wordt gelegd op eigendom van grond bij het aangaan van een lening of hypotheek. Er is veel formaliteit, via een notaris, om de eigendomsrechten veilig te stellen.
Keuzes: Gebruik voor hotel en strand?
of voor industrie (refineria Isla)?
Wat je er ook mee wilt doen, je hebt grond nodig om een activiteit te ontwikkelen en geld mee te verdienen. Een deel van de waarde van grond is verweven in de bestemming van dat deel grond. Landbouwgrond is over de jaren heen minder waard geworden, maar stedelijke grond is in waarde gestegen. Ligging is ook belangrijk. De waarde van grond in de buurt van water (bijvoorbeeld een strand) of in de stad, bij uitgaanscentra, is hoger dan de waarde van grond elders afgelegen.
Het gaat er wel om wat het “Land” als juridisch eigendom en/of economisch recht, bijdraagt aan de economie. Is landbouw, economisch rendabeler dan het exploiteren van een horeca-aangelegenheid, of een industrieel complex, of woningbouw?
EILANDELIJKE ONTWIKKELINGSPLAN CURACAO
Ruimtelijk beleid is één van de beleidsinstrumenten van de Overheid. De Overheid kan publiekrechtelijke beperkingen opleggen voor “Land” middels bijvoorbeeld een bestemmingsplan, met daarmee gevolgen voor de grondwaarden en grondprijzen en ontwikkeling daarvan. Op Curaçao is in het verleden middels een Eilandsverordening een Eilandelijke Ontwikkelingsplan (EOP) met bestemmingsvoorschriften vastgesteld. Dit EOP onderkent (met inzicht van destijds) maatschappelijke veranderingen, economische ontwikkeling en consequenties daarvan voor het leven op Curaçao, te weten wonen, werken, voorzieninggebruik, recreatie, natuur en landschap voor de bewoners van Curaçao.
Uitzicht Mondi di Sapate
RELEVANTIE VOOR ONS?
Het is verstandig om ons te realiseren dat productiefactoren schaars zijn. We moeten keuzes maken vandaag en voor de toekomst hoe deze productiefactoren aan te wenden.
Als onze ruimtelijk planning niet optimaal is, zal gebruik van “Land” ook niet leiden tot de beste economische resultaten. De keuze waar en wat te (ver-)bouwen op een stuk grond is relevanter dan je denkt. Er is veel braakliggend terrein op het ISLA-terrein, welke ook bestemd kan worden naast wat al bebouwd is. Het is jammer dat trajecten zoals Guangdong Zhenrong, Klesh, Motiva/Aramco, en Corc tot dusverre niets hebben opgeleverd, want veel toegevoegde waarde zou geleverd kunnen worden uit de gezamenlijke productiefactoren “Land” (pacht), “Arbeid” (loon), “Kapitaal” (interest” en “Ondernemerschap” (winst) op het ISLA-terrein.
Centralisatie van terreinen-beheer door de Overheid is m.i. een goed idee, zolang het ook de bedoeling is om die terreinen actief productief te maken. Denk verder ook aan opgekochte terreinen die langdurig niet worden benut of leegstaande (overheids-)gebouwen die dus ook niet bijdragen aan de economie. Een leegstaand gebouw (Bestuurscollege Curaçao) levert niets op. Het Cannabis-project houdt ook in, gebruik van momenteel onproductief “Land”, met als bijkomstig voordeel het inzetten van productiefactor “Arbeid” en de overige factoren.
Maar denk ook aan de EOP (Eilandelijk Ontwikkelingsplan) en de vraagstelling in hoeverre rekening is gehouden met moderne economische uitgangspunten bij het opstellen van dat plan. En ook in hoeverre die uitgangspunten nog vandaag gelden. Curaçao heeft voldoende onbenut productiefactor “Land” om economisch productief in te zetten. We denken snel aan toerisme (hotels, etc.), maar levert dat wel de beste combinatie van (kwaliteit en kwantiteit) productiefactoren op? Wat betreft productiefactor “Arbeid” gaat het vooral om “ongeschoold Arbeid”, wat je zeker nodig hebt en productief moet inzetten. Maar een natie bouw je alleen als je een gebalanceerde mix hebt in de arbeidspool. Inzet van “Land” beïnvloedt ook inzet van “Arbeid”. Bedenk maar wat je ermee kan doen. Keuzes gisteren en vandaag, hebben consequenties morgen. “We reap what we sow”. Bemoei je actief met economisch beleid, maak bewuste keuzes, want je draagt gewild of ongewild de lusten en de lasten.
Relax and think
Ik herhaal: Het zou wie dan ook die op die beleidsstoel zit, sieren om kundig om te gaan met economisch leidinggeven, het heeft namelijk consequenties”. Economie raakt alles.
D.G van der veen
[i]Eigendom kan worden gesplitst in economische en juridisch eigendom. Tezamen vormen juridisch en economisch eigendom de volle eigendom van een onroerende zaak. De economisch eigenaar heeft recht op de gebruikswaarde van een object als ook op de positieve of negatieve waardeverandering. De juridisch eigenaar blijft voor derden zichtbaar als de eigenaar bij het kadaster.Bij economische eigendom van een onroerende zaak heeft de (juridisch) eigenaar feitelijk het recht om te beschikken alsmede het recht op de vruchten overgedragen aan een ander: de economisch eigenaar. In het Kadaster blijft als eigenaar degene geregistreerd die de juridische eigendom behoudt. De onroerende zaak komt pas in juridische eigendom van de economisch eigenaar wanneer deze bij de notaris is overgedragen en door middel van de transportakte is ingeschreven bij het Kadaster (www.tuindees.nl).
In mijn vorige “investing-series”-blogs zijn we stil gestaan bij de persoonlijke financiële situatie, de maandelijkse financiële stromen en je mogelijke doelen om te investeren. Bij de doelen hoort ook een beleggingsstijl of een risico-appetijt. Deze blog gaat over dat laatste en dan met name over risico en risicovormen. Risico definieer ik als een situatie waarin je blootgesteld bent aan “gevaar” of “verlies”. Risico kan zich voordoen in vele vormen en we lopen uiteindelijk allemaal risico in zekere mate.
Risico nemen (lopen) en rendement maken lopen samen
Risico en (beleggings-)strategie lopen ook samen, ook als je belegt/investeert. Je hoort risicomanagement toe te passen, wat betekent, dat je bewust risico’s identificeert, evalueert en beheerst om je vermogen zoveel mogelijk te beschermen.
Bij risico hoort ook een andere term in de financiële wereld en dat is volatiliteit. Volatiliteit heeft te maken met de (snelle) “eb en vloed” van kopen en verkopen (vraag en aanbod) en de daarmee samenhangende (forse) prijsbewegingen. Volatiliteit meet je met een term genaamd “Bèta[i]”. Over dat laatste gaat deze blog niet over, maar ik meld de term “volatiliteit” alvast, daar velen de term associëren met de negatieve kant van risico. Volatiliteit heeft naar mijn mening ook een positieve kant, de prijs kan ook fors stijgen, en daar zouden we graag gebruik van willen maken, zeker als je wilt speculeren.
RISICO EN SOORTEN RISICO
Ten eerste, laat risico je niet afschrikken. Makkelijker gezegd dan gedaan, weet ik. Belangrijk is dat je bewust bent van risico, de mogelijke verschijningsvormen en deze inschat (ook de mogelijke impact), voordat je begint met beleggen.
Risico’s kunnen divers zijn, ik ben zeker niet limitatief in onderstaande opstelling. Voor de overzichtelijkheid, heb ik diverse in onderstaand tabel in kaart gebracht.
RISICO
OMSCHRIJVING
WAT BETEKENT DIT VOOR JOU ALS BELEGGER/INVESTEERDER
Financial risk
Risico dat je je geld kwijtraakt omdat het aandeel waarde verliest (ruimer beleggingsobject), maar ook door faillissement van het bedrijf waarin je hebt belegd.
Dit risico betekent dat je “huiswerk” moet doen voordat je belegt, door onderzoek te doen naar de financiële positie en performance van het bedrijf waarin je wilt investeren. Het komt neer op “fundamental (and technical analysis)”, waarop ik in een latere blog in zal gaan. Het komt wel op het volgende neer: als het bedrijf waarin je wilt investeren financieel gezond is en winst maakt, dan is de kans groter dat jij ook met je belegging rendement maakt.
Interest rate risk
Rente beïnvloedt de financiële markten en daarmee hoe en waar geld naartoe vloeit.
Historisch gezien heeft rente voornamelijk een inverse relatie met de aandelenmarkt. Stijgende rentevoeten hebben vaak als gevolg dalende aandelenprijzen. Een stijgende rente, maakt lenen ook duurder, waardoor de winstgevendheid van bedrijven (die leningen nodig hebben) daalt. Wanneer de winstgevendheid daalt, daalt ook de aantrekkelijkheid van het bedrijf en daarmee ook de prijs van het aandeel. Maar ook de consument wordt aangetast, omdat lenen voor hem ook duurder is geworden en mogelijk leidt dat tot een aangepast koopgedrag, welke weer als gevolg kan hebben dat minder producten worden gekocht. Daarmee daalt ook de winstgevendheid van bedrijven. De besluitvorming van de belegger, kan bij stijgende rente (wat in deze periode gaande is) zijn: 1) Verkoop van aandelen in interest-gevoelige bedrijven (meestal kapitaalintensieve bedrijven) en 2) Een verschuiving naar obligaties en rente-afhankelijke beleggingen.
Market risk
Het gaat hierbij om de markt als geheel. Hiermee doelen we op de miljoenen mensen die dagelijks besluiten nemen om “assets” te kopen of te verkopen. Het komt neer op krachten geassocieerd met vraag en aanbod.
Vraag en aanbod zijn te volgen met o.a. indicatoren. Als de massa wilt kopen, stijgt de vraag en daardoor de prijs. Als de massa wilt verkopen, stijgt het aanbod en daardoor daalt de prijs. Vraag en aanbod is de essentie van market risk. Begrip van market risk is van belang voor de keuze van “assets” waarin je wilt beleggen of speculeren.
Inflation risk
Inflatie is de algemene stijging van prijzen en daling van koopkracht van geld.
Voor de consument betekent inflatie dat de koopkracht daalt. Zeker nu ook relevant. Voor de belegger betekent inflatie dat de waardestijging van de belegging niet genoeg is ten opzichte van de inflatie-%. Als je belegging dit jaar 5% oplevert, maar inflatie is 6%, dan verlies je feitelijk geldwaarde. Maar het is beter die 1% te verliezen, dan de volle 6% omdat je niet hebt belegt.
Political risk
Politiek kan zeer van invloed zijn op bedrijven, ook in negatieve zin. Een nieuwe reguleringswet, kan voldoende zijn om een bedrijf de verliezen in te jagen. De vraag is dan met name, hoe overheidsbeleid de marktwaarde en huidige en toekomstige mogelijkheden van je gekozen investering kunnen beïnvloeden.
Als je aandelen bezit die onder invloed staan van politiek risico, moet je daarvan bewust zijn. Dat verklaart ook voor een deel de politieke lobby van sommige sectoren. Zie bijvoorbeeld regulering: de farmaceutische sector (merkmedicijnen), de wapenindustrie (NRA in de VS), Energiesector (olie, solar, wind). Of dichter bij huis, de politieke ontwikkelingen in Venezuela van de afgelopen 25 jaar en daarna de Amerikaanse boycot. Slechts 1 besluit van de politiek kan meer winst of verlies betekenen.
Personal risk
Dit is een ander type risico en heeft meer te maken met je persoonlijke omstandigheden. Dit risico wordt vaak onderschat, en is wat mij betreft één van de belangrijkste om rekening mee te houden.
Dit risico is direct gerelateerd aan je vermogen om een tegenslag te incasseren. Stel je voor dat je plotseling geconfronteerd wordt door een tegenslag (ontslag of weggevlogen dak vanwege een orkaan, of auto-ongeluk, etc.) met hoge onvoorziene kosten. Dan is het niet de bedoeling dat je je beleggingsportefeuille daarvoor moet verkopen om cash te genereren. Dit risico is ook de primaire reden waarom je een “buffer” of noodfonds moet hebben (zie eerdere blog).
Emotional risk
Logica en discipline zijn onmisbaar bij succesvol investeren, echter emotie kan overnemen en leiden tot domme financiële besluiten. Onderschat dit risico niet. Het is reëel, en zeker als je dagenlang zit aan te kijken tegen dalende marktprijzen.
Je moet je eigen emotie (en die in je directe omgeving) begrijpen en beheersen. Blijf eraan herinneren waarom je bepaalde weloverwogen keuzes hebt gemaakt, en dat de markt “levendig beweegt”. Begrijp dat anderen die kopen en verkopen ook meegesleurd kunnen worden door emotie. Er kan sprake zijn van Fear en Greed in de markt, met gevolgen voor vraag en aanbod en dus de prijs. Crypto is een goed voorbeeld hiervan in 2021 en 2022. Er kan ook sprake zijn dat je “te betrokken” bent geraakt aan een asset, bijvoorbeeld aandelen van Apple in mijn geval. Je gelooft er heilig in.
Risico tabel
Er zijn natuurlijk meerdere risico’s te noemen, zoals het koersrisico, bijvoorbeeld het beleggen in Eurolanden, terwijl “onze valuta” de gulden is. Als de Euro stijgt, is de gulden minder waard, en kun je minder in euro-luidende aandelen kopen. Andersom, als de eurokoers, bij het uitkeringsmoment daalt, ontvang je minder.
Een ander risico is het belastingrisico: als belasting wordt geheven op je inkomen (dividend, interest, huur) of vermogen (koersstijgingen). Alhoewel de belasting een feit is (en eigenlijk dan ook geen risico is), bepaalt het wel wat je overhoudt aan geld. Maar het belastingregime kan wijzigen en dat is een risico. De laatste jaren is daarvan sprake op Curaçao. Een wijziging in het belastingregime kan van invloed zijn op je vermogensopbouwplannen, op hoe je belegt en waarin je belegt.
AFWEGEN EN KIEZEN
Risicobeheersing kan makkelijker zijn dan je denkt (tenminste het deel dat bij logica en discipline hoort). Het komt neer op “inlezen”, kennis vergaren zowel in beleggen, als waarin je wilt beleggen en hoe. Bedrijven hebben de druk om te innoveren, te groeien, en te zorgen voor toegevoegde waarde voor haar aandeelhouders. Die groei zie je ook in indexen zoals Dow Jones Industrial Average, de NASDAQ en S&P500. Nu nog even wat aandacht voor “tools”.
Ik gebruik zelf sites zoals Yahoo Finance, MarketWatch en Tradingview om meer achtergrond te krijgen in beleggingsobjecten. Wat je ook in het begin kan doen, is gebruik maken van een simulator (www.investopedia.com/simulator) en spelenderwijs investeren zonder risico te lopen. Voorts, voordat je investeert, zorg ervoor dat je “noodfonds” er is, je schulden beheersbaar zijn, je baan redelijk zeker is en je sociale voorzieningen aanwezig zijn (ziektekosten, pensioen, etc.). Wat betreft je beleggingen, zorg ervoor dat je gespreid investeert in meerdere “assets” en meerdere “industrieën” (diversificatie). Indexfunds[i] zijn goed hiervoor. Hou je zelf aan regeltjes zoals niet meer dan 5% beleggen in 1 asset, beleg in 5 tot 10 verschillende industrieën, etc. En als laatste blijf steeds je risico afwegen met je rendement.
DISCLAIMER: Deze blogs zijn bedoeld voor en alleen om te worden gebruikt voor referentiedoeleinden. Dergelijke informatie die hier wordt verstrekt, vormt geen advies of een aanbeveling dat een beleggings- of handelsstrategie geschikt is voor een specifieke persoon. Gebruikers van deze blogs zijn het ermee eens dat ik geen verantwoordelijkheid neem voor uw investeringsbeslissingen.Vraag professioneel advies voordat u handelt.
[i]Bèta is een manier om de volatiliteit van een beleggingsobject te meten in vergelijking met de algehele volatiliteit van de markt. De markt als geheel heeft een bèta van 1. Beleggingsobjecten met een waarde groter dan 1 zijn volatieler dan de markt (wat betekent dat ze over het algemeen meer stijgen als de markt stijgt, en meer dalen als de markt daalt).
[i]Een indexfonds is een type beleggingsfonds of exchange-traded fund (ETF) met een portefeuille die is samengesteld om de componenten van een financiële marktindex te evenaren of te volgen, zoals de Standard & Poor’s 500 Index (S&P 500). Van een indexfonds wordt gezegd dat het een brede marktblootstelling, lage bedrijfskosten en een lage portefeuilleomloop biedt. Deze fondsen volgen hun referentie-index, ongeacht de toestand van de markten. Indexfondsen worden over het algemeen beschouwd als goede beleggingen met pensioenoogmerk.
In de vorige blog is stilgestaan bij inflatie en de twee algemene vormen waarin inflatie zich voordoet. Er is ook een bijzondere vorm van inflatie, genaamd stagflatie. Dit is een zeer lastige vorm, omdat het een optelsom is van diverse negatieve economische ontwikkelingen, die gezamenlijk, lastig te bestrijden zijn. Stagflatie is ook helaas een reële mogelijkheid voor de overgang van het jaar 2022 naar 2023. Reden genoeg om ook bij stagflatie stil te staan.
STAGFLATIE
Stagflatie is een bijzondere vorm van inflatie. Het komt van de combinatie van de woorden “stagnatie” en “inflatie”. Stagflatie gebeurt wanneer de economische groei stagneert of wordt afgeremd (en zelfs negatief wordt), terwijl er ook sprake is van stijgende prijzen (inflatie) en hoge werkloosheid. Economisch, maar ook sociaal gezien is stagflatie zeer slecht, want de economie gaat niet of nauwelijks vooruit (en jij dus ook niet). De prijzen stijgen en je koopkracht daalt, daar bovenop ook nog. En om het erger te maken, de werkloosheid stijgt en de bijdrage aan de economie daalt verder. Ingrijpen met maatregelen om de inflatie te beteugelen, heeft vaak ook als effect dat de economie wordt afgeremd. Dat is extra vervelend als de economie al gestagneerd is.
OORZAKEN
Hoofdoorzaken voor stagflatie zijn meestal: verstoringen aan de aanbodzijde van goederen/diensten en een te agressief fiscaal en monetair beleid. Genoemde oorzaken zijn vandaag de dag, beiden van toepassing in de omstandigheden van de COVID-pandemie en de Oekraïne-oorlog.
De pandemie heeft gezorgd voor meer werkloosheid (door faillissementen en ontslagen), minder productie (door tekorten aan grondstoffen en goederen), maar ook minder dienstenaanbod. Tijdens de pandemie hebben vele overheden geld gepompt[i] in de economie (door monetair beleid en de NOW-regeling) en belastingvoordelen aangeboden (fiscaal beleid). Dit heeft geleid tot een zeer liquide markt en een gestegen vraag naar goederen en diensten. Ook de financiële markten hebben hiervan geprofiteerd, waaronder de crypto-markt. Met de Oekraïne-oorlog, wordt daarboven op weer tekorten veroorzaakt aan grondstoffen (w.o. landbouw, olie en gas), met als gevolg wederom stijgende prijzen.
Bron CBS (bewerkt)
Deze groei in vraag deed zich voor, terwijl aan de aanbodkant, tekorten ontstonden, zoals verstoringen in de distributie vanuit China (en andere landen). Recentelijk kwam daarbij ook bovenop de oorlog in Oekraïne (met name de beschikbaarheid van landbouw en veeteelt producten) en tot slot de “Europese energiecrises” (hogere olieprijzen en gas-embargo door Rusland). Deze hogere kosten worden dan ook doorberekend in de prijzen. Curaçao is per saldo een importland met als consequentie dat wij deze inflatie ook zullen importeren, zoals gemanifesteerd in hogere productprijzen, inclusief energie als in hogere transportkosten.
GEVOLGEN
Voor een gemiddeld huishouden betekent inflatie en stagflatie, daling in koopkracht. Terwijl consumptie daardoor minder wordt, tast dat de omzet van bedrijven aan en daarmede hun winsten en groei. Op hun beurt zullen bedrijven hun bedrijfsvoering efficiënter moeten maken en besparingen zoeken, waaronder hun arbeidspool doen inkrimpen, waardoor werkloosheid weer stijgt. En zo blijft de cirkel draaien totdat het doorbroken wordt.
Dit is geen voorspelling, maar de kans is groot dat de wereldeconomie de komende tijd op een stagflatie-situatie afstevent. Diverse signalen daartoe zijn er al en de Federal Reserve van de Verenigde Staten en diverse Centrale Banken, zijn reeds begonnen hun monetair beleid aan te passen. Uiteindelijk komt het neer op het minder liquide maken van de markt en verhogen van de interest. Dit laatste tast dan weer de financiële markten aan.
Uit de berichtgevingen blijkt dat, zowel de Federal Reserve als diverse Centrale Banken, zich bewust zijn, dat een balans gezocht moet worden in maatregelen om de economie niet te laten stagneren. Zo is de Federal Reserve in de Verenigde Staten al begonnen met het maandelijks doorvoeren van renteverhogingen (interest-hike’s) en het indammen van het geld-aanbod. Met beide maatregelen wordt getracht de markt minder liquide te maken.
Beide maatregelen hebben echter meer te doen met de vraagzijde (demand-pull inflation), dan met de aanbodzijde (cost push inflation).
Restrictief Monetair Beleid is een manier om de inflatie een halt toe te roepen, omdat het lenen “duurder” maakt en de vraag “drukt”. De consument zal elke gulden drie keer omdraaien, alvorens deze uit te geven. De vraag zal daardoor dalen en daarmee ook een economische aandrijver.
Echter, een deel van de “inflatie-oorzaken” zoals al beschreven, is buiten de directe grip van de Centrale Banken, en zijn namelijk aanbod-gerelateerd (cost push inflation). Een verbetering van de aanbodzijde (productieverhoging) is noodzakelijk. De vraag is dan ook hoe lang de “oorlogs-verstoring” en de “pandemie-verstoring” zullen voortduren.
Overigens met de monetaire restricties (hogere rente en minder liquide markt), kan ook “opkrikken” van de productie tegengewerkt worden. Voor kapitaalintensieve bedrijven, wordt lenen immers ook duurder. Omdat verhoging van verkoopprijzen niet altijd kan, kan het zoeken naar besparingen om de bedrijfsvoering niet te duurder te maken, dan ook als consequentie hebben dat werkloosheid toeneemt. Een mogelijk vicieuze cirkel dus.
WAT KUNNEN WIJ DOEN?
Dit is de hamvraag. Wij op Curaçao, importeren inflatie per saldo en daar kunnen we op korte termijn niet veel aan doen. Natuurlijk zijn er ook lokale inflatieveroorzakers, maar onze inflatie is internationaal veroorzaakt (en geïmporteerd). Voor een groot deel is de geïmporteerde inflatie “cost-push inflation”. Het was handig geweest als we op Curaçao zelf voor een deel in onze behoeften konden voorzien, met eigen productie, maar dat is helaas niet voldoende. Dit is een mogelijk beleidsrichting welke nog naar de toekomst toe kan worden gestimuleerd. Neem de inflatie-historie als uitgangspunt en zet op een rij wat overwegend de oorzaken van inflatie zijn geweest. Al snel kom je uit op energie- (olie-) en voedselproducten.
Bron: CBS (bewerkt)
Onze Curaçaose economie (pre-pandemie) groeit al jaren negatief, mede veroorzaakt door het vertrek van de raffinaderij, de krimpende offshore sector en weinig tot geen beleidsruimte bij de overheid. Dit om een paar te noemen. Curaçao heeft al jaren last van een stagnerende economie, en voldoet daarmee al aan één van de elementen voor stagflatie. Het vervelende is dat de lokale financiële markt ook al jaren liquide is, omdat het investeringsklimaat onvoldoende ontwikkeld is. De werkloosheid op Curaçao vertoont al jaren ook een stijgende lijn, met een piek in de pandemie. Dat is element twee. Hoge inflatie komt daar nu bij kijken en dat is element drie.
Bron: CBS (bewerkt)
Het stimuleren van bestedingen (overheid en particuliere sector investeringen), is noodzakelijk voor het weer opstarten van de economie en verbeteren van de werkgelegenheid. Echter, met de extra bestedingen (lees: meer import, omdat we per saldo een importland zijn), lopen we weer risico, meer inflatie te importeren. Mogelijk zit de oplossing voor de bestedingen, in het verlagen van de “cost of doing business” om op die manier bedrijvigheid in de particuliere sector te stimuleren. Om onze importafhankelijkheid te verlagen, kunnen we een meer geselecteerde autarkische strategie volgen (importvervanging), natuurlijk wel rekening houdende met de voordelen welke handel biedt.
Een lastig parket dus. De truc met ingrijpen in “cost push inflation” is om te realiseren dat het geen “demand pull inflation” is en vice versa. Het beleidsaanpak voor elke verschijningsvorm is anders en een verkeerd beleid zal meer problemen met zich meebrengen dan oplossen.
Think & Relax (foto: D.G. van der Veen)
Bemoei je actief met economisch beleid, maak bewuste keuzes, want je draagt gewild of ongewild de lusten en de lasten.
Ik herhaal: Het zou wie dan ook die op die beleidsstoel zit, sieren om kundig om te gaan met economisch leidinggeven, het heeft namelijk consequenties”. Economie raakt alles.
[i]Tijdens de pandemie hebben vele centrale banken “schulden opgekocht” en dus de overheden voorzien van meer liquiditeit. Met dat geld hebben overheden geld gepompt in de economie ter compensatie van de economische klap van de pandemie. De combinatie van minder goederen-aanbod (sluiting fabriek en kantoren) en extra geld “op straat” hebben een inflatoire werking gehad, waar we nu geconfronteerd mee worden.
Net als in het leven, hebben we voor investeren ook een doelstelling te formuleren. Het leven heeft pas zin met een doel, en dat geldt ook voor investeren van geld. Een doelstelling is een gewenste situatie welke we willen bereiken en behouden. Een doel geeft ons focus, een richting voor actie en besluitvorming. Met een doel kunnen we ook voortgang meten en gemotiveed blijven. Investeer bewust met het “einde in zicht”, weet wat je wilt bereiken, wanneer en hoe. Deze blog doet een aanzet tot nadenken hierover.
In de vorige twee blogs over investeren hebben we stil gestaan bij inzicht verkrijgen in je financiële positie/ vermogen en in je inkomsten- en bestedingsgedrag. Met deze heldere inzichten ben je al ver genoeg om je financiële huishouden te verbeteren. Verreweg de meeste mensen nemen deze moeite niet, maar je kan je eigen financiële positie verbeteren door alleen maar bewuster om te gaan met je financiën.
Het doel van deze blogs is om ruimte te creëren in je financiën om te gaan beleggen. Zodra je weet dat je ruimte hebt om te beleggen, is een belangrijke vraag “Wat wil je bereiken met beleggen?”. Wat is je doel of zijn je doelen? De vraag is bepalend voor wat je precies gaat doen. Overigens ga ik steeds uit dat het gaat om de lange termijn en niet om de korte termijn. Ik zal ook daarbij stil staan.
Benaderingswijzen om te beginnen met beleggen en investeren zijn legio, maar enkele basisvragen komen steeds terug. Deze zijn:
Waarom wil je beleggen/investeren (Doel)?
Welke termijn heb je voor ogen (Looptijd/Termijn)?
Wat is jouw stijl (Risicoprofiel)?
Deze vragen zijn belangrijk, want uiteindelijk moet je wel een strategie formuleren voor beleggen en investeren. Je strategie om een additioneel pensioen op te bouwen is een andere dan een wagen of een huis te kopen.
DOELEN EN TERMIJNEN
Het beleggen zelf is een middel om een doel te bereiken. Definieer eerst je doel en dat kan van alles zijn. Je algemeen doel kan zijn “groei” of “inkomen”. “Groei” als doel heeft te maken met verwachte koerstijgingen over de jaren heen. Als je naar de aandelenmarket kijkt over een lange periode, zal je zien dat de trend overwegend positief is wat betreft toename in aandelen waarde. Je hebt aandelen gekocht tegen 10 dollar per aandeel en na 10 jaar zijn ze 80 dollar per aandeel waard. In bijgaande grafiek kan je de “groei” zien in de afgelopen 40 jaar van de Amerikaanse financiële markt (Amerikaanse indexen DJIA, S&P500 en NASDAQ).
De Dow Jones Industrial Average (DJIA), is een gewogen beursindex van 30 vooraanstaande bedrijven die genoteerd zijn aan beurzen in de Verenigde Staten. Hoewel de DJIA één van de oudste en meest gevolgde aandelenindices is, beschouwen veel professionals de DJIA als een niet representatieve weergave van de totale Amerikaanse aandelenmarkt in vergelijking met bredere marktindices zoals de S&P 500 of Russell 2000 Index. De S&P500 en de NASDAQ zijn in de grafiek toegevoegd.
In de grafiek is de procentuele stijging van de DJIA, S&P500 en NASDAQ weergegeven sinds 1980. Hierin valt te zien dat de “indexen” (de amerikaanse financiele markt vertegenwoordigend) voornamelijk een stijgende trend hebben gehad sinds 1980. Bron Yahoo Finance
“Inkomen” als doel heeft te maken met het genieten van jaarlijkse (stabiele) dividenden. Hierbij is het o.a. van belang om te letten op de “yield”. “Yield” is het rendement op het geinvesteerd vermogen. Heb je 100 doller gekocht aan een aandeel en je dividend is 2 dollar, dan is je yield 2%. “Yield” is een belangrijke manier om rendementen van verschillende beleggingsinstrumenten met elkaar te vergelijken en dan met name voor achtereenvolgende jaren. In onderstaande tabel wordt de “yield” weergegeven door kpi “Forward dividend & yield” van 2.20 (2.40%), maar feitelijk ook door de EPS (earnings per share) van 2.79. Het is wel van belang on deze waarden voor enkele jaren naast elkaar te zetten om de “consistentie van yield” na te gaan.
In de tabel zijn diverse statistieken weergegeven waaronder de “yield” van de aandeel RTX. De “yield” is 2.4%, dat betekent dat de aandeel 2.4% van de nominale waarde van de aandeel uitkeert in dat jaar. Als “inkomen” je doelstelling is, dan is het van belang dat de “yield” consequent acceptabel blijft over de jaren heen. Bron Yahoo Finance
Ondanks je gekozen doel, is “Termijn” ook een considerans, alhoewel deze wel nauw verbonden is met jet doel. Gaat het om de lange termijn (t > 5 jaar), middellange termijn (2 jaar > t > 5 jaar) of korte termijn (t < 2 jaar). De termijn in kwestie kan bepalen waarin je belegt.
Beleggen in aandelen past beter bij lange termijn doelen zoals pensionering, studiefinanciering kinderen, etc. Op de korte termijn, enkele uitzonderingen daargelaten, zijn aandelen vanwege hun volatiliteit minder geschikt als beleggingsobject, omdat de waarde constant fluctueert, soms plotseling en significant.
Je beleggingstermijn is idealiter afgestemd op je beleggingsdoel. Je moet ook stil staan bij je risico-voorkeur of risico-profiel.
JE INVESTING-STYLE / RISICOPROFIEL Ook je risk-appitite (hoeveel risico je bereid bent te lopen), is bepalend voor de strategie die je wilt volgen om je doelen te bereiken. Ben je conservatief of agressief (of een combinatie)? Conservatief (of risico-avers) betekent dat je cash stopt in zaken met een “goede track-record” en zichzelf al bewezen hebben. Belangrijke kwaliteiten om mee te nemen in keuze van beleggingsopjecten zijn dan: bewezen consistente winstgevendheid, hoge marktkapitalisatiewaarde[i], bewezen marktleider en weerbaarheid (stevig in de schoenen). Beleggen in bijvoorbeeld “Blue Chips” (zie verder) en ondernemingen die handelen in “levensbehoeften” zoals voedsel, drank (doelend op water, melk, etc), energie, etc. horen tot deze groep. Veelal speelt het ontvangen van een periodiek dividend een belangrijkere rol dan koersfluctuaties.
De aggressieve belegger (risico-nemer) daarintegen, zoekt naar beleggingsobjecten die de potentie hebben om zich af te zonderen van de rest (in positieve zin). Je zoekt naar kenmerken zoals: potentieel (nog niet bewezen, maar wel grote verwachtingen), innovatie, grote kans op koers-stijgingen (volatiliteit). Crypto-assets vallen zeker in deze laatste categorie. Bij “start-ups” met een innovatief karakter, loop je meer risico, maar de kans op significante koersstijgingen is ook groter. Dividend speelt hierbij een minder belangrijke rol.
Niet elke belegging is hetzelfde. Bij aandelen heb je bijvoorbeeld de “blue chips” (conservatief beleggen in aandelen met hoge marktkapitalisatiewaarde: lees grote bedrijven). Deze zijn handiger voor de middenlange en lange termijn, met relatief minder risico (dan de kleinere bedrijven). Met aandelen in de Tech-industrie kun je op korte termijn meer rendement halen, echter je loopt ook meer risico dat het ook niet lukt. Beleggen in crypto-assets kan ook zeer hoge rendementen opleveren, maar de volatiliteit van crypto is ook dusdanig dat je binnen de kortste keren 70% van je belegde waarde kwijt kunt raken.
Overigens, alhoewel geen “heilige regel”, zijn bedrijven die frequent dividend declareren, veelal stabieler in aandelenkoers (en hebben meestal ook een hoge marktkapitalisatiewaarde).
INVESTING or TRADING
Het is ook handig om stil te staan bij het verschil tussen “Investing” en “Trading”. Investeren en/of beleggen doe je voor de lange termijn en ben je niet zo geïnteresseerd in hetgeen dag op dag gebeurt. Je doel is dan met name cash omzetten in financiële activa (maar ook onroerend goed) om in de toekomst koerswinst te halen of inkomen (dividend, rente, huur) te genereren of beiden. Je kiest duidelijk voor de lange termijn.
Het “voorwerk of huiswerk” is hierbij vrij uitgebreid en je analyseert diverse aspecten van hetgeen waarin je wilt investeren. Naast strategie en uitvoeringsplannen van de onderneming waarin je belegt, zou je met een 10-jaar interval kunnen kijken naar diverse “performance indicatoren” en statistieken die een indruk geven van de historie van de onderneming. De meeste “finance-websites” geven een standaard opsomming van belangrijke statistieken. Ik gebruik zelf met name “Yahoo-Finance” en “trading view”.
O.b.v. de reeds genoemde ratio’s kun je een beeld vormen van de “performance en potentie” van datgene waarin je geld wilt stoppen. Sterke historische indicatoren zijn nog steeds geen garantie voor de toekomst, maar wel een goede indicatie. Eenmaal je een goed beeld hebt, maak je koop en wacht af. In de tussentijd geniet je van de dividenden (als het aandelen betreft).
“Trading” is anders. Dit is meer korte termijn en heeft ook een meer een speculatief-aspect. Dagelijks aandacht is nodig en speculatie is aan de orde van de dag. Het gaat meer om constant laag inkopen en hoog verkopen om op de korte termijn een winstje te pakken. Je kunt ook gebruik maken van derivaten. Ook hier moet je enige huiswerk doen voor je koopt of verkoopt. Vooral in de crypto kan je significante winsten maken als je een ervaren trader bent. Voor de volledigheid kan je naast beleggen of traden, natuurlijk ook sparen. Maar dat brengt weinig op. Los van je “noodfonds” (zie eerdere blog), heeft sparen om vermogen te bouwen, alleen maar vanwege inflatie, niet veel zin.
In de vorige blogs heb ik handreikingen gegeven om in kaart te brengen “wat je kunt” (financiële ruimte). Deze blog moet je een idee geven “wat je wilt”. Daarbij neemt je risico-houding een belangrijke plek in. In mijn volgende “investing-blog” zal ik verder ingaan op risico-inschatting, welke een onderdeel is van je huiswerk alvorens je belegt.
Relax & Think. Foto D.G. van der Veen
DISCLAIMER
Deze blogs zijn bedoeld voor en alleen om te worden gebruikt voor referentiedoeleinden. Dergelijke informatie die hier wordt verstrekt, vormt geen advies of een aanbeveling dat een beleggings- of handelsstrategie geschikt is voor een specifieke persoon. Gebruikers van deze blogs zijn het ermee eens dat ik geen verantwoordelijkheid neem voor uw investeringsbeslissingen.Vraag professioneel advies voordat u handelt.
[i]Marktkapitalisatiewaarde heeft betrekking op de omvang van het bedrijf. De veronderstelling is dat grote bedrijven (dus hoge marktkapitalisatiewaarde) meestal ook “veiligere” beleggingsobjecten zijn. De “algemene regel” is, hoe hoger de marktkapitalisatiewaarde, hoe lager de volatiliteit. Deze algemene regel is echter niet in ijzer gegoten. De makkelijke manier van berekening van de marktkapitalisatiewaarde is “aantal aandelen * koers”.